Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Blog Betsy van de Grift – Hoe redelijk is een prijsplafond in de kinderopvang?

Recentelijk communiceerde de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang haar visie op de toekomst van de kinderopvang. In de communicatie die onder andere op LinkedIn breed werd gedeeld, stelde deze branchepartij dat de overheid op de goede weg is met het instellen van (bijna) gratis kinderopvang.
blog-betsy-van-de-grift-hoe-redelijk-is-een-prijsplafond-in-de-kinderopvang
MichaelJBerlin / stock.adobe.com

Daarmee zou de toegankelijkheid kunnen worden vergroot, maar ook een verdere samenwerking met het onderwijs komt daarmee dichterbij. Ook stelt ze dat het nu tijd is om de volgende stappen te gaan voorbereiden. Want om de stelselverandering per 2025 door te kunnen voeren is het nodig dat er een prijsplafond wordt ingesteld. Bovendien zou het doen van winstuitkeringen moeten worden verboden. Zonder deze beperkende en regulerende maatregelen zou het risico bestaan dat er een perverse druk komt te staan op de prijzen. En dat zou op z’n beurt de ‘bijna gratis’ kinderopvang natuurlijk weer aantasten.

Bovendien zou het instellen van een prijsplafond, in combinatie met het verbieden van winstuitkeringen het onmogelijk maken voor grote investeerders om met maatschappelijke middelen winst en vermogen op te bouwen, meer dan redelijk zou zijn. Tot slot stelt de BMK ‘dat het kan’. Die boodschap is kennelijk gericht aan de mensen die aan de uitvoerbaarheid twijfelen. Maak je geen zorgen, zegt de BMK tegen die mensen, het kan geregeld worden en we willen dat het geregeld gaat worden. Voor de kinderopvangsector rest er alleen nog maar een vraag: ‘Ben je voor of ben je tegen?’.

Het is de moeite waard om over deze ingrijpende voorstellen wat dieper na te denken dan alleen over de vraag of je voor of tegen bent. En de eerste vraag zou dan kunnen zijn: kan de overheid dergelijke ingrepen (het prijsplafond en het verbod op winstuitkeringen) inderdaad plegen?

Er zijn twee belangrijke aanknopingspunten om daar toch niet meteen helemaal gerust op te zijn:

  • Redelijkheid

De overheid moet aantonen dat er een noodzaak is die terugvoert op de Wet kinderopvang/IKK en de kwaliteitseisen die de overheid daarin heeft vastgelegd. Als de wetgever kan aantonen dat het invoeren van de maatregelen op het gebied van prijzen en winst noodzakelijk zijn om de kwaliteitseisen te borgen, dan zou er sprake kunnen zijn van redelijkheid.

Op zich maken op dit moment prijsregulering en het maken van winst of het doen van winstuitkeringen geen deel uit van de Wko/IKK, maar de wetgever zou kunnen aantonen dat het vrijlaten daarvan alsnog wel in strijd is met de bedoelingen en de doelstellingen van de wet.

Tegelijkertijd moet de wetgever zich ervan bewust zijn dat de regulering van prijs en winst ook een negatief effect op de Wko/IKK zou kunnen hebben. Een verbod op het uitkeren van winst kan er bijvoorbeeld toe leiden dat kinderopvangorganisaties minder investeren in kwaliteitsverbetering of dat er minder kinderopvanglocaties beschikbaar zijn, waardoor ouders minder keuzevrijheid hebben en de toegankelijkheid juist verslechterd in plaats van verbeterd.

Het is dus mogelijk dat enerzijds de wetgever de regulering mag doorvoeren met verwijzing naar de kwaliteitseisen en de intenties van de Wko/IKK. Maar anderzijds zouden de reguleringen ook strijdig kunnen zijn met de doelstellingen van de Wet kinderopvang en de bedoelingen en kwaliteitseisen daarin. Hoe dat uitpakt zal sterk afhangen van de specifieke omstandigheden en de argumentatie waarmee de reguleringen worden voorgesteld in een wetswijziging.

‘Niet de overheid is aan zet, maar de sector zelf’

  • Mededinging

Behalve dat de beperkingen redelijk moeten zijn, met verwijzing naar de noodzaak vanuit de Wko/IKK, heeft de wetgever nog een punt van aandacht en dat is de verstoring van de markt en de mededinging. Die kan namelijk in het gedrang komen op het moment dat de overheid regulering wil doorvoeren op de prijs of de winstuitkeringen in de kinderopvang. Het kan immers gezien worden als een vorm van prijsregulering die de concurrentie kan belemmeren. Ook het verbod op het uitkeren van winst in kinderopvangorganisaties kan gezien worden als een inperking van de vrijheid van ondernemerschap en de mogelijkheid om vermogen op te bouwen in het bedrijf. Beide ‘reguleringen van de markt’ kunnen gezien worden als een inperking van het ondernemerschap en de vrijheid van ondernemerschap, vrijheden die worden beschermd in de mededingingswet.

De mededingingswet staat trouwens wel uitzonderingen toe voor bepaalde activiteiten die in het algemeen belang zijn, zoals gezondheidszorg en sociale dienstverlening, waar ook kinderopvang onder valt. Om daar een beroep op te doen moet de overheid de noodzaak van de regulering onderbouwen en vooral aantonen dat ze noodzakelijk zijn om de doelstellingen van Wko/IKK te realiseren en dat er geen andere minder beperkende maatregelen mogelijk zijn.

Gerechtvaardigd en redelijk

Het is dus ten eerste aan de overheid om de regulerende maatregelen te beargumenteren vanuit de doelstellingen van de Wet kinderopvang/IKK. Duidelijk moet zijn dat er geen andere wegen zijn die kunnen leiden tot het bewaken van de kwaliteitsregels en de intenties van deze wetten. Ten tweede is het aan de overheid om de noodzaak van de reguleringen zodanig te onderbouwen dat er geen enkele twijfel is dat ze gerechtvaardigd zijn onder de mededingingswet. Kortom: het doel moet de middelen heiligen.

Schade voor ondernemers

Het is niet ondenkbaar dat de overheid de regulering door wil voeren met inachtneming van bovenstaande randvoorwaarden. Dan nog kan blijken dat die besluiten nadelige gevolgen hebben voor ondernemers. Eigenlijk hoeft de overheid dan niet méér te doen dan een zorgvuldige afweging te maken tussen het publieke belang en de individuele belangen van betrokken ondernemers. Wel is het zo dat als blijkt dat de overheid onrechtmatig of onzorgvuldig heeft gehandeld, ondernemers een schadevergoeding kunnen eisen.

Volgens de BMK is de overheid nu aan zet. Maar om met een oude huishoudelijke wijsheid te spreken: niet alles wat kan, hoef je ook te doen. Met bovenstaande argumenten valt goed te bepleiten dat, zeker op dit moment en in deze fase van de herstructurering van het stelsel, de sector zelf aan zet is. Er is een diepgaande discussie en reflectie op de marktmechanismen nodig. De voorgestelde regulering van het marktmechanisme kan immers een grote invloed hebben op de toekomst van honderden, meest kleine, ondernemingen. Dan moeten we er met elkaar, met alle aanbieders en alle brancheorganisaties van overtuigd zijn dat regulering de enige mogelijkheid is om de Wet Kinderopvang goed te blijven uitvoeren en dat daar ingrijpende beperkingen uit kunnen voortvloeien die in strijd zijn met de mededingingswet.

Voldoende betrokkenheid in de hele sector lijkt in deze fase belangrijker dan dat alleen de keuze voorgelegd wordt: ‘Ben je voor of tegen?’. Dat leidt tot onnodige polarisatie en onrust in een sector die al genoeg voor haar kiezen heeft gekregen.

Blog Betsy van de Grift – Allemaal op zoek naar laagopgeleide moeders

‘Er bestaat in ons land een behoorlijk zwaar opgetuigde structuur om kinderen die potentieel tegen onderwijsachterstanden kunnen aanlopen of daar zelfs al tegenaan gelopen zijn, betere kansen te bieden. Dezelfde kansen die alle andere kinderen hebben. Het heet niet voor niks een streven naar kansengelijkheid. De kinderopvang maakt deel uit van die structuur als uitvoerders en aanbieders van voorschoolse educatie. Vrijwel kritiekloos, want wat kan daar nou tegen zijn, alle kinderen dezelfde kansen bieden? Maar misschien mogen we wel iets beter stilstaan bij wat we nou éígenlijk aan het doen zijn.’ Lees de vorige blog van Betsy van de Grift

Betsy van de Grift is een ervaren bestuurder en ondernemer in de zorg en kinderopvang, met een pedagogische en bedrijfskundige achtergrond. Sinds 2008 werkt zij als onafhankelijk adviseur voor kinderopvang en kleuteronderwijs. Door haar reeks ‘kinderbreinboeken’ is zij een veelgevraagd spreker en directiecoach. Haar boek ‘De Kleutervriendelijke School’ werd genomineerd als ‘beste onderwijsboek van 2020’. Haar laatste boek ‘Het Managementboek voor de Kinderopvang’ wordt gezien als het nieuwe handboek voor ervaren en junior hoger management. Betsy streeft er naar duurzame leerimpulsen te geven aan het opvoedkundig en educatief aanbod aan 0-7 jarigen. Meer daarover op www.betsyvandegrift.nl

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.