Dit blijkt uit de cijfers van het ministerie van Sociale Zaken over het gebruik van kinderopvang in heel 2014. Het ministerie kwam het afgelopen jaar met kwartaalcijfers. Nu is het gebruik over heel 2014 op een rij gezet. Daaruit blijkt dat er weliswaar meer kinderen gebruikmaakten van kinderopvang in 2014, maar dat groeicijfer is vooral gebaseerd op de regel dat kinderen uit de hoogste inkomensgroep weer recht kreeg op kinderopvangtoeslag. Zonder deze groep nam het gebruik van kinderopvang ook in 2014 af. Asscher bekeek deze cijfers, net als onder andere de arbeidsparticipatie van vaders en moeders over heel 2014.
Arbeidsparticipatie ouders
Wederom blijkt dat ouders met jonge kinderen volgens de cijfers van Sociale Zaken (gebaseerd op cijfers van het CBS) niet minder zijn gaan werken. Bij alleenstaande moeders was wel een aanzienlijke daling in de arbeidsparticipatie te zien: van 60,1 procent in 2013 naar 56,2 procent in 2014. Vergeleken met 2013 zijn vrouwen in de leeftijdsgroepen 25-34 iets minder gaan werken en er is ook een heel lichte daling bij vrouwen van 35 – 44 jaar. De arbeidsparticipatie van mannen steeg in 2014 over de hele linie.
Kinderen kwamen in 2014 nog altijd minder uren en kinderen uit de laagste inkomenscategorieën maakten steeds minder gebruik van kinderopvang. Verder nam het aantal baby’s in de kinderopvang af. Lees meer cijfers over 2014 >>
Meer 8+’ers
De kinderopvang kreeg steeds minder kinderen binnen van 0-1 jaar. Bij kinderen van 3 viel de daling ten opzichte van 2012 en 2013 wel mee. Dat kwam ook omdat veel kinderen gebruik gingen maken van kinderopvang omdat hun peuterspeelzaal harmoniseerde. De instroom van 4- en 5-jarigen nam ook af, maar bij kinderen vanaf 8 jaar was een kleine toename in het gebruik van kinderopvang te zien.
Meer dagopvanglocaties
Onlangs bleek al uit een rapport van de ING dat het aantal locaties in de dagopvang maar blijft stijgen. Dat is ook zichtbaar in de cijfers van het ministerie. Vanaf januari 2012 groeide het aantal dagopvanglocaties met bijna 600 locaties. Natuurlijk komt dat deels door de harmonisatie van peuterspeelzalen, maar er is nog altijd sprake van een overschot aan opvangplekken. In de buitenschoolse opvang nam het aantal locaties juist af: van 6.735 in 2012 naar 6.336 in 2014. De grootste afname is zichtbaar in de gastouderopvang. Begin 2012 waren er nog 48.887 gastouders. Daar waren in januari 2015 nog 36.807 van over.
Er zijn veel teveel kindplaatsen in de kinderopvang in Nederland. Terwijl de vraag naar opvang 35 procent daalde in de afgelopen drie jaar, steeg het aantal dagopvanglocaties met 16 procent. Lees meer >>
Download hier de brief van minister Asscher van Sociale Zaken:
Vervolg:
# 4
A.M. Blansjaar 30 apr
Het vervolg:
Om de kwaliteit in de kinderopvang te verbeteren en in huis te houden zou ik eerder denken aan:
– tijdelijke arbeidsovereenkomsten voor ten hoogste vijf jaar, daarna overgaan tot een contract voor onbepaalde tijd.
Voordelen hiervan:
– je houdt de kwaliteit binnen
– dit is fijn voor werknemer, kinderen en ouders en niet te vergeten collega’s
– nu moet je na twee jaar afscheid nemen van zeer goede groepsleidsters domweg omdat je in deze tijd als werkgever geen risico’s kan nemen door iemand voor onbepaalde tijd in huis te halen.
Wellicht kan men bij de AbvaKabo/FNV ook het stukje wat hier in ‘Kinderopvang Totaal’ staat ter kennis nemen. En kiezen voor zoveel mogelijk behoud van wat we nu hebben…
Het zou fijn zijn als de vakbonden daadwerkelijk zouden meedenken over onze mooie branche in plaats van onverantwoorde eisen te stellen.
Samen hebben we hetzelfde doel. Een fijne werkomgeving voor iedereen. Voorwaarde hiervoor is dat er wel een werkomgeving over moet blijven om in te kunnen werken.
Dus vakbonden: Denk mee! Hoe blijven we met z’n allen staande.
We zitten in de 1 na hoogste CAO. Laten we daar voor dit moment tevreden mee zijn.
De AbvaKabo/FNV willen:
– minimaal aantal contracturen van 16 uur
– 0-uren contracten na half jaar onbepaald
– elke periodiek een ophoging van 75 EUR (dit houdt in dat vanaf schaal 6.10 (4%) t/m schaal 6.21 (3%) verhoging wordt verlangd
Als motivatie zeggen de AbvaKabo/FNV :
– we willen dat iedereen kan werken
We hebben allemaal kunnen constateren dat de vorige CAO tot gevolg heeft gehad dat alleen al in 2014 100 kinderdagverblijven failliet zijn gegaan.
Hoeveel banen zijn daarmee gemoeid gegaan.
Is het niet zo dat wij (werkgevers/werknemers) er meer bij gebaat zijn om te streven naar bijvoorbeeld behoud van de banen, dus pas op de plaats maken (niet verhogen van de lonen, neem de Rijksoverheid als voorbeeld).