De Zomerschool Amsterdam voor kinderen uit groep 7 beleeft deze zomer zijn vijfde editie. De eerste keer kwamen er 40 leergierige kinderen op af, intussen zijn dat er 120. De kinderen komen van 40 basisscholen uit Amsterdam-West.
Culturele activiteiten
Drie weken lang wordt ’s ochtends gewerkt aan rekenen en taal (o.a. begrijpend lezen, spelling, woordenschat). ’s Middags zijn er sportieve, creatieve en culturele activiteiten. Het lesprogramma draait rond het boek Kinderen van Amsterdam, waarin de geschiedenis van de stad wordt verteld aan de hand van verhalen over kinderen die echt hebben bestaan.
Docenten staan in de rij
‘We gaan dus ook met de leerlingen naar het Rijksmuseum, het Paleis op de Dam, het Amsterdam Museum’, vertelt projectleider Theo Durenkamp. ‘De kinderen zijn enorm enthousiast over de zomerschool. Ze zouden er het liefst na die drie weken nog een vierde week aan vastplakken!’ Ook docenten zijn graag van de partij, zegt Durenkamp. ‘Ze staan in de rij om mee te doen en vinden het geen probleem om 3 weken vakantie op te offeren. Ze worden er wel voor betaald trouwens.’
Achterstandsgezinnen
Zomerscholen hebben, behalve dat de kennis op peil blijft, nog een voordeel: kinderen uit achterstandsgezinnen komen in aanraking met zaken die ze van huis uit niet meekrijgen omdat er geen geld of belangstelling voor is, zoals museumbezoek. Dat leidt ertoe dat ze ‘ambitieuzer worden en meer zelfvertrouwen krijgen. Ze gaan zien dat leren heel leuk kan zijn’, zegt Pieter Appelhof van onderzoeksinstituut Oberon.