
Dit meldt het FCB op basis van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Ze bekeek ook verzuimcijfers van de branches Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening en Jeugdzorg. Vergeleken met die branches heeft de kinderopvang een laag gemiddeld verzuimcijfer. In het welzijn schommelt het tussen de 5,9 en 4,9 procent en in de jeugdzorg was het cijfer in de eerste helft van 2016 gestegen naar 6 procent.
Eerste half jaar
In de kinderopvang was het verzuimcijfer over heel 2012 4,7 procent en dat was het in 2015 ook. In de tussenliggende jaren was het gestegen naar 5,1 procent. Kijk je naar de resultaten per half jaar, dan valt op dat het ziekteverzuim in de tweede helft van het jaar altijd lager is dan in de eerste helft van het jaar. In het eerste half jaar is het verzuimpercentage 4,8 procent. Dat is opnieuw lager dan in de eerste helft van de afgelopen jaren. Hoogtepunt was het ziekteverzuim in het eerste half jaar van 2014 van 5,3 procent.
Langdurend verzuim
Het ziekteverzuimpercentage is het totaal aantal ziektedagen van werknemers (in procenten) van het totaal aantal beschikbare dagen. Dit is inclusief verzuim dat langer dan een jaar duurt, maar exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof.
Veel van je werk houden, maar gefrustreerd raken door werkdruk, baanonzekerheid, administratieve rompslomp en wisselend beleid. Dat vat het gevoel dat veel pedagogisch medewerkers vandaag de dag op een werkdag ervaren, samen. Dit bleek uit een enquête van SP onder 2.500 kinderopvangmedewerkers. Lees meer