Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties2

Wat staat er op de agenda voor de nieuwe cao-onderhandelingen?

De onderhandelingen voor de nieuwe cao Kinderopvang zijn van start. Maar waarover wordt precies onderhandeld? De BK en de BMK presenteren de thema’s waarover zij afspraken willen maken met de vakbonden in zogeheten inzetbrieven. Wat zien de werkgeversorganisaties graag in een nieuwe cao?
wat-staat-er-op-de-agenda-van-de-nieuwe-cao-onderhandelingen
Oksana Kuzmina / stock.adobe.com

Wat opvalt is dat beide partijen een cao met een looptijd van twee jaar willen afspreken, ‘om voor een langere periode rust en duidelijkheid te creëren’. Ter vergelijking: de huidige cao Kinderopvang loopt anderhalf jaar, van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2022. Dit betekent dat de nieuwe cao zal ingaan op 1 januari 2023.

Loonstijging

Zoals tijdens elke cao-onderhandeling komt de loonstijging aan bod. De hoogte van de stijging is nog niet bekend, de branchepartijen zeggen beide in hun inzetbrief: ‘Wij hebben ruimte voor verbetering van de arbeidsvoorwaarden. Op basis hiervan willen we afspraken maken over een passende loonstijging voor deze cao-periode.’

Werkgroepen

De branchepartijen hebben in de huidige cao-periode gezamenlijk gewerkt aan een aantal thema’s in werkgroepen, waaronder de werkgroepen: werkplezier en werkstress in de branche kinderopvang; onderzoek naar knelpunten in gebruik van levensfasebudget; nietgroepsgebonden uren; functiewaardering; bevordering van diversiteit en inclusiviteit en het project tot stimuleren van vitaliteit en gezonde levensstijl van medewerkers. De BK en BMK willen tijdens de onderhandelingen de adviezen van de werkgroepen bespreken en mogelijkheden onderzoeken om deze mee te nemen in de nieuwe cao.

BK

BK-bestuurslid Rogier Vegter: ‘Het is onze wens om werken in de kinderopvang aantrekkelijker te maken en de medewerkers daar waar mogelijk te steunen in deze uitdagende tijd. Daarnaast willen we in deze dure tijden de kinderopvang betaalbaar houden voor met name ouders met lage en middeninkomens en tegelijkertijd de bedrijfsvoering van de kinderopvangorganisaties gezond houden. We gaan vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid, samen met alle sociale partners, voor al deze onderdelen ons uiterste best doen.’

Wet- en regelgeving

De branchepartijen zouden artikelen uit de cao ‘graag in lijn willen brengen met recent vernieuwde en geïntroduceerde wet- en regelgeving vanuit de overheid’. In de inzetbrief schrijven zij: ‘De Wet transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden is hier een goed voorbeeld van. Deze wet zorgt ervoor dat de cao daar waar nodig aanpassing behoeft op de onderdelen: informatieverplichting, nevenwerkzaamheden, studiekosten en onvoorspelbare arbeidspatronen. Concreet stellen we in ieder geval voor, op basis van de uitgebreide informatieverplichting, artikel 3.2 van de cao (inhoud van de arbeidsovereenkomst) en de voorbeeld-arbeidsovereenkomsten uit Bijlage 7, te actualiseren.’

Samenwerkingspartners

Tot slot willen beide partijen komen tot een beter geïntegreerd personeelsbeleid rondom kindontwikkeling van 0 tot 13 jaar. Daarvoor willen zij de samenwerking intensiveren met de sociale partners van het onderwijs, maar ook partners vanuit zorg, welzijn, sport en cultuur. ‘Doel is te komen tot een beter geïntegreerd personeelsbeleid rondom kindontwikkeling zodat interprofessioneel samenwerken wordt bevorderd. We denken hierbij aan de thema’s: samen anders werken, regionale ontwikkelingen, een levenlang leren en ontwikkelen, en flexibiliteit en werkzekerheid.’

2 REACTIES

  1. De werkdruk is de grote oorzaak van uitval bij pedagogisch medewerkers.
    Een ‘VVE’ kind zou moeten tellen voor twee kinderen, bij twee ‘VVE’ kinderen op de groep telt de groep dan 14 kinderen in plaats van 16.
    Een ‘VVE’ kind heeft extra aandacht en individuele begeleiding nodig, ook zorgt het voor meer administratie , in de vorm van observaties en de daarbij behorende oudergesprekken.
    De andere kinderen hebben ook recht op de individuele aandacht, als dit niet lukt geeft dat een zeer onbevredigend gevoel.
    Maatwerk is wat er nodig is, een maximum aantal ‘ doelgroepkinderen’ per groep en daarmee het kindaantal naar beneden.
    Gemeenten moeten beseffen dat de kinderopvang geen fietsenstalling is en dat het in het belang van het jonge kind moet gaan om kwaliteit in plaats van kwantiteit.

  2. Lees alle reacties

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.