Vuurtje stoken
Bij bso Struin in Nijmegen wordt in het najaar met grote regelmaat vuur gestookt in de vrije natuur. Ook peuters vanaf drie jaar mogen, onder één op één-begeleiding, takken op het vuur leggen en er met een stok iets boven garen. Alle kinderen moeten buiten de kring blijven die is aangegeven met takken.
Wat vind jij?
Albertina de Vries, GGD-inspecteur Noord en Oost Gelderland: ‘De risico’s moeten uiteraard goed geïnventariseerd zijn. Maar als er iets misgaat met vuur, kan dat levensbedreigend zijn, dus hier vragen we altijd op door. Overigens is het zo dat ouders ook hun eigen verantwoordelijkheid hebben. Als ze voor een bso kiezen die zich profileert als avontuurlijke natuur-bso, weten ze dat er andere risico’s spelen dan in een bso waar dat niet zo is.’
Karin Jansen, moeder van een 3-jarige peuter: ‘Vuur stoken is wat mij betreft voor peuters een no go. Ik vind het niet nodig. We hebben thuis een open haard, dat is genoeg.’
Water
Bij Natuurbso wordt met water gespeeld, maar wel binnen strikte regels. Zo gaat er wel eens een groepje kinderen pootje baden in de rivier de Waal. Als er binnen 100 meter water in de buurt is, weten de pm’ers dat ze elke seconde moeten zien waar elk kind is. De groepen zijn nooit groter dan tien kinderen en als de groep vooral bestaat uit peuters en/of kleuters is de groepsgrootte maximaal acht. Driejarigen moeten hun enkels boven het water houden, zwemvaardige kinderen hun knieën.
Wat vind jij?
Moeder Karin Jansen: ‘Ik vind water te gevaarlijk voor peuters, de aantrekkingskracht is gewoon te groot. Zelfs als ik erop let, belandt mijn dochter soms in het stroompje achterin onze tuin. Totdat ze zes jaar zijn, kan spelen in en rond water wat mij betreft alleen onder één op éénbegeleiding.’
Pm’er Trea van Beek: ‘Ik zou pootjebadende kinderen zwemvesten aandoen. Verder zou ik misschien in het water markeren tot hoever ze mogen gaan. Verder vraag ik me af of je in één oogopslag van alle kinderen kunt zien waar ze zijn, als je door de natuur loopt. Toen wij een tijdje een enorme diepe modderplas hadden liggen omdat het water niet goed wegliep, stond er bij het buiten spelen altijd iemand bij om toezicht te houden.’