
Minister Asscher van Sociale Zaken vindt het zorgelijk dat het gebruik van kinderopvang in 2015 juist in lage inkomensgroepen is afgenomen. Het aantal kinderen dat naar de kinderopvang gaat, is gedaald onder ouders in de laagste inkomensklasse tot 1,5 keer modaal. Terwijl in de inkomensklasse 1,5 keer modaal tot 3 keer modaal het aantal kinderen dat naar de kinderopvang gaat, is gestegen. Dit fenomeen heeft de aandacht van minister Asscher. Hij gaf daarom het SCP onlangs de opdracht om uit te zoeken wat de reden van deze verminderde interesse in kinderopvang is. Asscher noemde dit ‘een zorgelijke ontwikkeling’.
Doelgroepkinderen
Met een inkomensafhankelijke kinderopvangtoeslag zou je verwachten dat kinderopvang voor hoge inkomensgroepen relatief net zo laagdrempelig moet zijn als voor lage inkomensgroepen. De cijfers laten echter iets anders zien. Het SCP meldt in haar inleiding dat juist kinderen met een achterstand in het bijzonder baat kunnen hebben van opvang. Eventuele achterstanden die kinderen vanuit huis krijgen, kunnen door goede kinderopvang worden gecompenseerd. Hoewel kinderen met een taalachterstand recht hebben op VVE, is het effect ervan niet zo groot omdat kinderen maar een gering aantal uur van VVE gebruikmaken.
Aanpak onderzoek
Voor het onderzoek maakte SCP veel gebruik van het onderzoek ‘Krimp in de Kinderopvang’ (KiK) uit 2014. Ook ander (wetenschappelijk) onderzoek naar kinderopvang wordt erbij gehaald. Verder maakte SCP gebruik van gegevens over het gebruik van kinderopvang van verschillende inkomensgroepen tussen 2012 en 2015 en de ontwikkeling van de uurtarieven in de kinderopvang.
Er staat niet alleen goed nieuws in de brief van Asscher. Het aantal kinderen dat naar de kinderopvang ging in 2015 daalde onder ouders in de inkomensklasse tot 1,5 keer modaal. Maar verder steeg de vraag naar kinderopvang wél in 2015. Lees meer
Huishoudinkomen
Om te beginnen zijn de kosten voor kinderopvang de afgelopen jaren ook voor lage inkomensgroepen gestegen. Het SCP meldt dat een stijging in kosten voor ouders met een laag inkomen relatief zwaar kunnen wegen. ‘In de toekomst zou bijvoorbeeld kunnen worden nagegaan hoe zwaar de kosten van kinderopvang op het huishoudensinkomen drukken’, adviseert het SCP. Ondertussen is de arbeidsmarktpositie van lagere sociaaleconomische groepen verzwakt door de naweeën van de crisis. Dit kan betekenen dat een groep ouders geen recht meer heeft op kinderopvangtoeslag.
Dure kinderopvang
In het KiK-onderzoek uit 2013 noemen ouders de kosten als belangrijkste reden om met kinderopvang te stoppen of het te minderen. Als ze al meer kinderopvang willen, dan stond werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of openingstijden van kinderopvang hen in de weg om dit te gaan organiseren.
Informele kinderopvang
Het SCP ziet ook dat er een deel van de ouders is die liever zelf voor hun kind wil zorgen. Zij zijn minder geneigd om kinderopvang te benutten omdat ze opvang niet zien als iets dat hun kind ten goede komt. De onderzoekers van SCP zien dat ouders die meer waarde hechten aan betaalde arbeid ook meer gebruikmaken van kinderopvang. Ook belangrijk is de aanwezigheid van familie, buren of vrienden in de buurt die op de kinderen willen passen. Ouders met een lager inkomen hebben meer toegang tot deze informele zorg omdat ze minder uren werken. Uit eerder onderzoek blijkt dat lagere inkomensgroepen vaker in de buurt van hun familie wonen.
Arbeidsparticipatie
De SCP-onderzoekers vinden het lastig om de rol van arbeidsmarktparticipatie te vertalen naar conclusies. ‘Het zou interessant zijn om ouders in toekomstig onderzoek hypothetische situaties voor te leggen en ze te vragen wat ze zouden doen bij het verliezen van hun baan of als ze juist meer gaan werken. In een dergelijke studie kan goed worden nagegaan of verschillende groepen ouders hun keuzes op andere overwegingen baseren’, aldus het SCP.
Middeninkomens
Het SCP heeft nog een advies aan minister Asscher: vergeet de middeninkomens niet. Beleid richt zich vaak op hoge en lage inkomensgroepen, maar ook bij de middengroep is een stijging van de kosten samengegaan met een daling in het gebruik. Uit het KiK-onderzoek wordt ook duidelijk dat deze inkomensgroep in haar opvattingen over opvang en betaald werk in veel gevallen meer op de lagere-inkomensgroepen lijkt dan op de hoge-inkomensgroepen. Het SCP denkt dat er juist in deze middengroep veel te winnen is bij de deelname in kinderopvang.
Financiële toegankelijkheid
Onderzoekers van het SCP zouden het KiK-onderzoek waar zij voor dit onderzoek veel op zijn teruggevallen, graag willen herhalen. Tot slot willen ze er graag bij de minister op hameren dat het toegankelijk maken van kinderopvang meer is dan de financiële toegankelijkheid. Maar uit deze studie blijkt dat ouders de kosten van kinderopvang afwegen tegen andere financiële uitgaven. Hoe zij zelf denken over het opvoeden van kinderen en of er familie beschikbaar is voor informele opvang, speelt ook een rol.