In een aantal Utrechtse wijken vond een experiment plaats waarbij kinderen zonder achterstand deelnamen aan een voorschools aanbod. De Haan zag dat kinderen in deze gemengde groepen sneller ontwikkelden dan kinderen in niet gemengde groepen. De interactie met kinderen zonder achterstanden, lijkt hierin het verschil te maken.
Activiteitenaanbod
De Haan zag ook dat de beroepskracht het verschil kan maken in of vve aanslaat of niet. Als de pedagogisch medewerker veel ontwikkelingsstimulerende activiteiten aanbood of begeleidde, ontwikkelden de kinderen sneller.

De emotionele kwaliteit van onze opvang is goed, de educatieve ondersteuning moet beter. Dat is één van de eerste conclusies uit het grootschalige pre-COOl onderzoek naar de effecten van kinderopvang en vve. Lees meer >>
Kleine groep
In haar proefschrift pleit De Haan verder voor het werken in kleine groepen. Een kleine groep maakt het de pm’er makkelijker om activiteiten aan te passen aan het ontwikkelingsniveau van kinderen. Ook kunnen kinderen zelf verbaal makkelijker bezig gaan in een kleine groep. Ze pleit verder voor continue professionalisering van vve-beroepskrachten, bijvoorbeeld door coaching.
Annika de Haan promoveert op 28 oktober met haar proefschrift aan de Universiteit Utrecht.

Nieuw onderzoek over voor- en vroegschoolse educatie is ook interessante kost voor ouders. Breng ze in een paar zinnen op de hoogte van het nieuwe inzicht over wanneer vve het meeste effect heeft. Download de volgende tekst voor in uw nieuwsbrief of op uw prikbord. Naar de tekst >>