Kinderopvangorganisaties weigerden aan het kwaliteitsonderzoek mee te werken om redenen die alle alarmbellen zouden moeten doen rinkelen, staat in het onderzoeksartikel: ‘druk met invoering van Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK)’, ‘geen interesse’, ‘slechte ervaring met vorig onderzoek’, ‘ongunstige timing’, ‘te belastend’, ‘geen meerwaarde’, ‘personeelstekort’, ‘geen toestemming van management’, ‘geselecteerde groep / locatie is niet representatief voor de organisatie’ ‘twijfel aan eigen kwaliteit’, et cetera.
De klos
Kinderen zijn de klos, meent auteur Marilse Eerkens. ‘Er is namelijk geen partij in het speelveld die er belang bij heeft om de luchtbel door te prikken. Als de minister het doet, moet ze handelen. Dat betekent: veel geld uittrekken voor een kwaliteitsverbetering. Daarnaast kampt zij als SZW-minister met grote tekorten op de arbeidsmarkt.’
Ernstig nadeel
‘Pedagogische kwaliteit is niet iets waar je lichtzinnig mee moet omspringen. Als de kinderopvang niet een verbetering is ten opzichte van thuis – en dat is bij baby’s al snel het geval – kan de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen daar ernstig nadeel van ondervinden. (…) Hoe zorgen we ervoor dat we een eerlijk beeld krijgen van die kwaliteit?’, is de vraag die de auteur stelt.
Luisteren naar pm’ers
Ook Kinderopvangtotaal wordt in het artikel aangehaald. Zowel het onderzoek naar aanleiding van incidenten in de kinderopvang als een recente blog: ‘Misschien moet er om te beginnen eens wat beter geluisterd worden naar de pedagogisch medewerkers, zoals Marie van Hasselt voorstelt in het vakblad Kinderopvangtotaal. Zij weten als geen ander hoe het eraan toe gaat op de werkvloer.’
Het hele artikel van Vrij Nederland is (voor abonnees) hier te lezen.