De Vereniging Netwerk Kindcentra (VNK) ontwikkelt verder op ‘pact voor kindcentra’. De vereniging stelt een uniek dashboard open beschikbaar. Deze live-rapportage biedt inzicht in het aantal kindcentra en de ontwikkelingen van kindcentra in heel Nederland. Tevens monitort de VNK zo de groei van het aantal kindcentra in Nederland en ondersteunen ze kindcentrateams om van en met elkaar te leren. Dit dashboard ontwikkelen ze met elkaar, kinderopvang én basisonderwijs. Het dashboard kun je hier vinden.
Positieve impact
Waarom dit dashboard er moest komen? Cynthia Roos van VNK licht toe: ‘Opvang en onderwijs zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Met name sinds de coronatijd zoeken deze sectoren elkaar op en wordt er veel meer integraal gedacht. En dat is alleen maar goed, want een doorgaande leerlijn werkt voor kinderen heel goed. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt ook dat kindcentra – waarbij opvang, onderwijs en vaak ook zorg nauw samenwerken – een positieve impact hebben op de ontwikkeling van kinderen. Steeds meer kinderen hebben een rugzakje met speciale behoeftes en er word geprobeerd zo goed mogelijk aan die behoeften te voldoen. In kindcentra wordt hierbij vaak nauw samengewerkt met allerlei specialisten, wat ten goede komt aan de ontwikkeling van het kind.’
Inspireren
‘Veel gemeenten, onderwijsinstellingen en opvangorganisaties zijn dan ook geïnteresseerd in het opzetten van een kindcentrum, maar juridisch en organisatorisch zitten er vaak veel haken en ogen aan. Het vergt daarom soms een hoop organisatietalent en doorzettingsvermogen om alle mogelijke obstakels te tackelen. Daarom leek het ons goed om geïnteresseerden te inspireren met succes- en ervaringsverhalen.’
In elkaar overvloeien
Op het dashboard zijn talloze ervaringsverhalen te lezen, met name op het gebied van organisatie en hoe teams met elkaar aan de slag gaan. Roos: ‘Je ziet de afgelopen jaren hoe onderwijs en opvang steeds meer in elkaar overvloeien in een kindcentrum. De functies die er zijn, de arbeidsvoorwaarden, maar ook ouderapps waarbij opvang en onderwijs samengevoegd zijn en andere onderwijsconcepten waarbij ruimte is voor bso-tijd tussendoor in plaats van pas na de onderwijsuren. Een mooi exemplarisch voorbeeld is dat onlangs een pedagogisch medewerker tegen een peuter op een IKC zei: “Dan ga je binnenkort naar school, spannend!” De peuter antwoordde: “Ik zit toch al op school?” Voor hem veranderde er tenslotte bijna niks; hij kwam al jarenlang in hetzelfde gebouw. Oftewel: voor hem voelde het heel veilig en helemaal niet eng om naar school te gaan.’