
Bso’s zijn binnenkort vrij om een tweede vreemde taal aan te bieden. Dat zou eigenlijk per 1 mei 2016 zijn, maar dit is even op de lange baan geschoven. Wanneer de regeling ingaat, is nog niet helemaal bekend, maar het zal wel dit jaar nog zijn.
Waarom is de regeling voor de tweetalige kinderopvang en de komst van het personenregister kinderopvang uitgesteld? Lees meer in dit artikel >>
Diploma
Bso’s die van de regeling voor een tweede taal gebruik willen maken, kunnen dit alleen als ze een juist-geschoolde pm’er op de locatie hebben rondlopen. Deze persoon moet natuurlijk beschikken over een SPW3-diploma of een ander diploma dat daaraan gelijkgesteld is. Daarnaast moet deze persoon de gekozen taal op B2-niveau beheersen. Dit betekent dat hij/zij een onafhankelijk gebruiker van de taal is en geen basisgebruiker (A). Het hoogste niveau (C) is de vaardige gebruiker, maar dat is in dit geval niet vereist.
Niveau B2
Niveau B2 betekent volgens de website van de Universiteit van Amsterdam: Kan de hoofdgedachte van een ingewikkelde tekst begrijpen, zowel over concrete als over abstracte onderwerpen, met inbegrip van technische besprekingen in het eigen vakgebied. Kan zo vloeiend en spontaan reageren dat een normale uitwisseling met moedertaalsprekers mogelijk is zonder dat dit voor een van de partijen inspanningen met zich meebrengt. Kan duidelijke, gedetailleerde teksten produceren over een breed scala van onderwerpen; kan een standpunt over een actuele kwestie uiteenzetten en daarbij ingaan op de voor- en nadelen van diverse opties.
Taalexamen
Het is noodzakelijk dat de medewerker een taalexamen aflegt om het niveau te bewijzen. De toezichthouder moet een kopie van het certificaat kunnen controleren. De kosten voor het afleggen van dit examen liggen bij de bso-eigenaar. Bso’s die over willen stappen op tweetalige opvang krijgen hiervoor geen financiële compensatie.