‘Vaak is de aanname dat de één -persoon- één -taal methode de beste manier is om kinderen goed meertalig op te voeden, zowel in gezin als in een tweetalig kinderdagverblijf. Maar taalmixen, ook wel code-mixing genoemd, is een heel normaal verschijnsel in meertalige gemeenschappen,’ schrijft hoogleraar Blom. ‘Zowel volwassenen als kinderen mixen creatief en dit kan de communicatie verbeteren.’
In de war?
Wetenschappelijk onderzoek laat volgens Blom zien dat kinderen niet mixen omdat ze in de war zijn. Ook weten kinderen al heel jong met wie ze welke taal spreken, en met wie ze mixen: als vader meer mixt dan moeder, past het kind zijn taalmix daaraan aan. ‘Ontwikkelende taalleerders, zoals kinderen, mixen daarnaast om gaten in hun kennis op te vullen. In de vroege ontwikkeling, als kinderen rond de 2 jaar zijn, kan dit wel eens kromme zinnen opleveren. De meeste 3-jarigen hebben meer grip op hun grammatica’s en hun mixgedrag houdt zich dan ook meer aan regels.’
Er is volgens Blom geen reden om talen gescheiden aan te bieden. ‘Kinderen van wie de ene ouder de ene taal spreekt en de andere ouder de andere taal hebben een even grote kans om meertalig te worden als kinderen die opgroeien in gezinnen waar meer gemixt wordt. Zelfs als ouders in één en dezelfde zin de beide talen gebruiken dan heeft dit geen ongunstige invloed op het taalniveau van het kind. Deze informatie uit wetenschappelijk onderzoek is belangrijk omdat mixen heel veel voorkomt in meertalige gezinnen en soms afgeraden wordt.’
Tips
Blom geeft deze tips voor een gezonde meertalige opvoeding
- Betrek ouders. Laat ze weten hoe belangrijk taalontwikkeling is en dat zij hierin een belangrijke rol hebben. Erken alle talen in de communicatie met ouders, focus niet alleen op het Nederlands.
- Geef kinderen de ruimte om te praten en ga in op wat zij zeggen. Rijke interactie en responsiviteit zijn de kern van een goede taalontwikkeling. Ouders kunnen dit hun kind het beste bieden in de taal die bij hen past. Die taal kan ook een mixtaal zijn.
- Corrigeer niet als een kind in een Nederlandse zin een woord uit de andere taal gebruikt. Als je weet om welk woord het gaat, herhaal dan de zin met het Nederlandse woord erin. Het kind kan dan via de andere taal ook het Nederlandse woord leren. Als je dit niet weet om welk woord het gaat, kun je dit aan het kind vragen en proberen om er samen achter te komen.
Bron: Early years blog