
In de harmonisatie kiezen sommige gemeenten ervoor om de schotten tussen peuterspeelzaalwerk en kinderopvang helemaal te laten verdwijnen door het peuterwerk onder de regie van kinderopvangorganisaties te brengen. Een ambitieuze, maar niet altijd gemakkelijke stap.
Gemeente
In de gemeente Zwartewaterland (in de kop van Overijssel) functioneerden peuterspeelzalen tot die tijd volledig onafhankelijk. Dat deden ze vaak ook bewust vanwege hun geloofsovertuiging. De reformatorische peuterspeelzaal werkte nauw samen met de school met dezelfde overtuiging, maar had met de kinderopvang niks te maken. Maar wat moest, dat moest. De gemeente Zwartewaterland (Genemuiden, Hasselt, Zwartsluis en Kamperzeedijk) moest het budget voor peuterspeelzaalwerk halveren. Een verplaatsing van de financiële stromen van de gemeente naar het Rijk was de enige kans om de peuterspeelzaalvoorzieningen overeind te houden in deze krimpgemeente.
Toekomstbestendig
Inmiddels is het vier jaar later en zijn alle zeven peuterspeelzalen ondergebracht onder Stichting Kinderopvang Zwartewaterland (SKZ). 40 procent van de ouders die gebruikmaakte van peuterspeelzaalwerk bleek recht te hebben op kinderopvangtoeslag. ‘Er waren in het begin grote cultuurverschillen tussen de kinderopvang en peuterspeelzalen’, vertelt Jannet Hoentjen, directeur van SKZ. ‘Maar we zagen allemaal in dat dit het meest toekomstbestendige scenario was. We hebben geprobeerd om juist met respect voor de verschillen naar een oplossing op maat toe te werken. Per peuterspeelzaal hebben we gekeken welke vorm van samenwerking het beste paste.’
Peuterspeelleergroepen
Vier van de zeven peuterspeelzalen zijn omgevormd tot peuterspeelleergroepen binnen de kinderopvang. Daar ontmoeten peuters van werkende en niet-werkende ouders elkaar. De andere drie peuterspeelzalen zijn ‘aangesloten speelzalen’. Zij vallen volledig onder SKZ, voldoen aan alle kwaliteitseisen voor de kinderopvang, maar functioneren nog als aparte peuterspeelzaal. Hoentjen: ‘We doen samen wat er kan, maar geven ruimte voor eigen activiteiten. Zo is het aannemen van eigen personeel voor deze organisaties erg belangrijk. Dat respecteren we. Met de andere peuterspeelzalen wisselen we ook personeel uit. We kunnen zo ruimere contracten aanbieden door een combinatie van peutergroep en bso te maken.’
Groter bereik
Hoentjen vindt dat er goed is samengewerkt tussen alle voorschoolse voorzieningen in de gemeente. ‘De grootste winst is dat we met deze samenwerking een groter bereik hebben gerealiseerd bij peuters in de laagste inkomensgroepen. Dat lukte ook omdat het peuterspeelzaalwerk voor deze groep goedkoper werd: van 25 euro per maand naar 11 euro per maand. De groei in het bereik van VVE was minimaal, maar deze groep is dan ook niet zo groot in onze gemeente.’
Bestaansrecht
Wensen zijn er nog wel in Zwartewaterland. Zo zou Hoentjen de samenwerking met de vijftien scholen in de gemeente willen intensiveren. Maar ook daar liggen genoeg uitdagingen vanwege de grote onderlinge cultuurverschillen. Los daarvan blijft het voor SKZ een uitdaging om overeind te blijven in een gemeente die vergrijst, en waar veel ouders toch vaak kiezen voor gastouderopvang of informele opvang. ‘Zonder samenwerken hebben we geen bestaansrecht.’
Net als in Zwartewaterland koos ook de gemeente Enschede voor harmonisatie in verregaande vorm. Ook daar is de harmonisatie zo goed als afgerond. Hoe dat eruit ziet? Lees meer
In deel 1 en 2 komen vertegenwoordigers van voorschoolse organisaties aan het woord die voor een andere invulling van harmonisatie kozen. lees hier het verhaal van de gemeente Dordrecht en van de gemeente Velsen.