
Dit blijkt uit een dinsdag verschenen advies van de Raad van State. Hierover publiceert het Financieele Dagblad. Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken diende maandag twee wetsvoorstellen in: het wetsvoorstel Innovatie en kwaliteit kinderopvang en de Harmonisatiewet. De directe financiering valt hier ook onder.
Verschillende voorzieningen
Allereerst zet de Raad van State vraagtekens bij de harmonisatie waarbij de regelgeving voor peuterspeelzalen volledig gelijk wordt getrokken aan die voor kinderdagverblijven. Terwijl kinderdagverblijven zich richten op kinderen van 0-4 jaar richten peuterspeelzalen zich op kinderen van 2-4 jaar. De Raad van State begrijpt dan ook niet de noodzaak van het gelijktrekken van kwaliteitseisen. Ook omdat beide voorzieningen verschillende doelen hebben. Kinderopvang is er voor kinderen van werkende ouders. Peuterspeelzalen is er voor spelend leren, aldus de Raad van State. Zij vraagt de regering om een betere motivatie.
Tegenstrijdig
Ook vindt ze dat de twee ingediende wetsvoorstellen elkaar tegenspreken. Waarbij in het ene wetsvoorstel wordt gesproken over het vervallen van peuterspeelzaalwerk als aparte voorziening, spreekt de andere wet juist over het gelijktrekken van kwaliteitseisen. ‘De regering moet duidelijkheid verschaffen over deze strijdigheid.’
Basisvoorziening
Ondanks adviezen van de Sociaal Economische Raad (SER) en de Onderwijsraad over één basisvoorziening voor jonge kinderen, vindt de Raad van State dat de regering nu wel hard van stapel loopt. Want eerder nog zei minister Asscher dat de tijd nog niet rijp was voor één basisvoorziening. Nu komt hij zelf met het wetsvoorstel Harmonisatie.’Die wet heeft’, volgens de Raad van State, ‘zulke ingrijpende gevolgen, dat het toch een belangrijke stap in de richting van zo’n allesomvattende voorziening lijkt te zijn’.
De ontwikkelfunctie van voorzieningen voor jonge kinderen moet centraal komen te staan. Dat betekent meer overheidsinvesteringen in kinderopvang. Kinderen moeten meer uur in de kinderopvang doorbrengen om het effect van, bijvoorbeeld, VVE te vergroten. Dit adviseerde de Sociaal Economische Raad (SER) begin van dit jaar. Lees meer
Directe financiering
Tot slot vindt de Raad van State dat het instellen van één financieringssysteem voor alle kindvoorzieningen onvoldoende is aangetoond. Ook op dit punt vraagt ze om een betere onderbouwing.