Vier kinderen kwamen om het leven toen een stint op 20 september 2018 in botsing kwam met een trein in Oss. De bestuurder van de elektrische bolderkar, tevens pedagogisch medewerker, en een vijfde kind raakten zwaargewond. De OVV deed onderzoek naar de wijze waarop licht gemotoriseerde voertuigen, waaronder voertuigen als de Stint, op de weg komen.
Onderzoeksresultaten OVV
Nu brengt de OVV haar onderzoeksresultaten naar buiten in het rapport Veilig toelaten op de weg – Lessen naar aanleiding van het ongeval met de Stint, dat op 16 oktober is gepubliceerd. Door de grote verscheidenheid aan toelatingsprocedures, die afwisselend of helemaal geen eisen stellen aan de veiligheid van de voertuigen, concludeert de OVV dat er onvoldoende aandacht is voor veiligheid bij het op de weg komen van nieuwe, licht gemotoriseerde voertuigen als de stint.
Drukker op fietspaden
Ook is er onvoldoende zicht op het effect van veel verschillende voertuigen op de verkeersveiligheid. En deze voertuigen verschijnen steeds meer in het verkeer. Met name op fietspaden wordt het steeds drukker met verschillende voertuigen, meldt de OVV. De toelating en eventuele keuring van deze voertuigen wordt onderverdeeld in verschillende categorieën, waaronder die van bijzondere bromfietsen:
Deze is ontstaan onder grote politieke druk om innovatieve voertuigen, zoals destijds de Segway, simpel en snel toe te laten op de openbare weg. Deze categorie vertoont echter tekortkomingen. De definitie van deze categorie was tussen 2007 en 2015 erg breed, zodat veel verschillende soorten voertuigen hier binnen vielen en dus gemakkelijk op de openbare weg konden komen. Het toelatingsproces werd voorts eenvoudig ingericht en week sterk af van de Europese procedures: er werden minimale eisen gesteld aan het voertuig en de veiligheid daarvan. Hierdoor ontbrak een effectieve veiligheidstoets voordat de voertuigen op de weg kwamen. (Tekst: OVV)
Veiligheidsproblemen
De OVV signaleert ook veiligheidsproblemen bij de voertuigen die zonder keuring de weg op komen, zoals de elektrische bakfiets. Die is in snelheid, gewicht en functionaliteit grotendeels vergelijkbaar met de stint, maar komt zonder toelatingsprocedure op de weg.
Tijdelijke toelatingskader stint
De Onderzoekraad benoemt het tijdelijke toelatingskader, dat er kwam om de nieuwe stint zo snel mogelijk de weg op te krijgen:
De Kamer heeft – op nadrukkelijk verzoek van diverse brancheverenigingen in de kinderopvang – de minister opgedragen om het toelatingskader bijzondere bromfietsen in hoog tempo aan te passen. Net als destijds bij de Segway oefent de Kamer zo politieke druk uit om één specifiek voertuig (de Stint) weer op de weg te krijg. De veiligheidseisen voor bijzondere bromfietsen zijn inmiddels aangepast, maar de toelatingsprocedure is niet gewijzigd. De tekortkomingen die de Onderzoeksraad heeft vastgesteld in het toelatingsproces zijn daarmee nog niet opgelost. Hierdoor is er nog steeds onvoldoende zicht op de veiligheid bij het op de weg komen van licht gemotoriseerde voertuigen, waaronder de aangepaste Stint.
Twintig procent van de in totaal 678 verkeersdoden in 2018 waren gebruiker van een licht gemotoriseerd voertuig. De OVV stelt dan ook dat, gezien de toegenomen drukte op de openbare weg en de grote aantallen slachtoffers, maatregelen niet op zich kunnen laten wachten. De OVV beveelt de minister van Infrastructuur en Waterstaat daarom aan om de wijze te herzien waarop licht gemotoriseerde voertuigen op de weg komen:
De Onderzoeksraad is van mening dat de categorie bijzondere bromfietsen moet worden ingericht naar Europees model. De risico’s van alle licht gemotoriseerde voertuigen moeten in kaart worden gebracht en worden getoetst aan een door de minister vastgesteld veiligheidsniveau. (…) De Onderzoeksraad beveelt aan dat een onafhankelijk keuringsinstantie eindverantwoordelijk wordt voor de besluitvorming over toelating, in Nederland is dat de RDW. De Tweede Kamer en de minister zijn verantwoordelijk om beleid vast te stellen om de verkeersveiligheid op de openbare weg te verbeteren. De minister, noch de Kamer moet treden in de uiteindelijke beoordeling van de veiligheid van (nieuwe) voertuigen.
