De zaak betreft de aangekondigde sluiting van enkele zogeheten Plusgroepen door kinderopvangorganisatie Blos.

Vier organisaties verzetten zich tegen de in hun ogen passieve houding van de lokale overheid in deze kwestie. Bij de sluiting van de Plusgroepen grepen de betreffende gemeenten namelijk niet in. ‘Wat kinderopvang betreft hebben wij geen rol, dat is aan de markt,’ aldus een woordvoerder van de gemeente Utrecht destijds.

Gereguleerde markt

José Smits, woordvoerder van de organisaties die de zaak aanhangig maken bij het College voor de Rechten van de Mens, is het daar niet mee eens. ‘Kinderopvang is een sterk gereguleerde markt, gedreven door fiscale maatregelen. Daar heeft de overheid zeker wat over te zeggen. Bovendien heeft de overheid zichzelf de taak gesteld te zorgen dat er opvang is voor alle kinderen,’ zegt ze in NRC Handelsblad.

In de brief aan het College wijzen de organisaties erop dat de sluiting in strijd lijkt met de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. Smits: ‘Sinds 2016 verbiedt die wet niet alleen discriminatie van zieken en gehandicapten op de arbeidsmarkt en in het ov, maar ook door aanbieders van diensten en goederen. Dus ook crèches.’

Reactie Max van de Blaak

Blos-directeur Max van de Blaak zegt in Kinderopvang totaal de zaak met belangstelling te volgen. Volgens hem hebben de betreffende kinderen zeer uiteenlopende, complexe zorgvragen waarvoor aanvullende medische en pedagogische expertise vereist is. Voor de opvang van deze kwetsbare doelgroep zijn vaste gezichten van essentieel belang, en die zijn steeds moeilijker te vinden, aldus Van de Blaak.