De door Robert M. gemaakte kinderporno vormt wel degelijk rechtmatig bewijs. Dat betoogde het Openbaar Ministerie (OM) vrijdag tegen de rechtbank in Amsterdam. De verdediging van de hoofdverdachte in de Amsterdamse zedenzaak stelde eerder dat de beelden niet als bewijs mogen dienen omdat ze onrechtmatig zijn verkregen en dat M. daarom grotendeels moet worden vrijgesproken.

Zweeds onderzoek
Volgens M.’s advocaten had de politie zijn huis niet mogen doorzoeken. De zaak tegen hem zou daarvoor op dat moment te mager zijn geweest: er zou alleen een telefoontje van een moeder na een uitzending van Opsporing Verzocht aan ten grondslag hebben gelegen. Justitie betwistte dit vrijdag: ook informatie in Nederlandse politiesystemen en uit een Zweeds onderzoek waren volgens het OM aanleiding om M.’s huis te doorzoeken.

Lees meer in het Dossier Rechtszaak Robert M. >>

Toestemming
De verdediging had verder aangevoerd dat M. destijds wel toestemming had gegeven voor de doorzoeking, maar dat dit niet aan de rechter-commissaris was gevraagd. Dat had volgens de advocaten wel gemoeten. Justitie wierp vrijdag echter tegen dat als een verdachte toestemming geeft, de zaak helemaal niet aan de rechter-commissaris hoeft te worden voorgelegd.

Echtgenoot
Ook de advocaten van Richard van O., M.’s medeverdachte en echtgenoot, hebben vrijspraak gevraagd. Zij betoogden vorige week dat er te weinig bewijs is voor de aanklachten tegen hun cliënt, die onder meer luiden dat hij M. heeft geholpen bij het misbruik. Het OM wees er vrijdag echter op dat Van O. zelf heeft verklaard dat hij wist van de praktijken van zijn man. Ook staat volgens justitie vast dat M. kinderen heeft misbruikt op oppasadressen waar zijn partner hem naartoe heeft gereden.

Bron: ANP/ANP-Photo