Er is altijd veel aandacht voor dove en slechthorende kinderen. Van matig slechthorende kinderen wordt vaak gedacht dat ze alles wel mee krijgen. Maar dat is niet terecht, zag Evelien Dirks. Want deze kinderen horen wel veel, maar verstaan lang niet alles. Ze hebben bijvoorbeeld moeite met het begrijpen van andermans Dirks: ‘Goedhorende kinderen krijgen van alles mee wat niet per se aan hen gericht is – bijvoorbeeld gesprekken tussen hun ouders en broers of zussen – en steken daar veel van op. Maar kinderen met gehoorverlies missen veel van die interacties.’
Aandacht verdelen
Dirks, ook verbonden aan het Audiologisch Centrum Holland Noord, zag dat de band tussen ouders en slechthorende peuters goed is, maar wel verschilt van die met peuters met een goed gehoor. De uitleg is logisch. Kinderen die slechthorend zijn, kunnen minder goed dingen tegelijk doen, zoals spelen en oogcontact maken met hun ouder. ‘Zij moeten hun aandacht meer verdelen’, aldus Dirks.
Rijk taalgebruik
Dat resulteert er ook in dat het taalgebruik tussen ouders en slechthorende kinderen minder rijk is. Ouders blijken aan slechthorende kinderen minder open vragen te stellen en er wordt minder vaak over gevoelens gepraat. Dat is precies de input die een kind nodig heeft voor zijn sociaal-emotionele ontwikkeling en de taalverwerving. ‘Zulke achterstanden kunnen op latere leeftijd grote impact hebben. Als je andermans bedoelingen niet begrijpt, kan dat bijvoorbeeld de omgang met leeftijdgenoten op school behoorlijk lastig maken.’
Interactief voorlezen
De oplossing zit hem volgens Dirks in meer interactie tussen de , in dit geval, ouder en het kind. Dat kan bijvoorbeeld door interactief te gaan voorlezen. Met deze voorleestechniek gaan ouders tijdens het lezen met hun kind in gesprek, door open vragen te stellen en aan te sluiten bij zijn of haar belevingswereld.