Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

School in de bso

Hoera Kinderdroom is een echte kinderdroom. Maar wat is het? Het ziet eruit als een bijzondere buitenschoolse opvang, maar overdag zitten er leerlingen van groep 7/8. Tijdens de open IKC-dag in Panningen zag een groep bestuurders uit kinderopvang en onderwijs een bijzondere vorm van samenwerking.
Foto's: Marike Vroom
De PO-Raad en Job van Velsen van Etuconsult organiseren samen een reeks open IKC-dagen. En dat brengt je op een zonnige februaridag op een bijzondere plek in Panningen (Limburg). Hoera Kinderdroom is gevestigd in een grote bovenruimte van een sportschool. Kinderen hebben daar 600 vierkante meter tot hun beschikking. Je ziet er geen reguliere lokalen, maar in de grote ruimte zijn op een creatieve manier plekken gecreëerd waar kinderen kunnen leren en spelen.

Ruilen

Een veelgebruikte constructie is dat een bso een lokaal in een basisschool huurt of in gebruik krijgt. In geval van Hoera Kinderdroom was het andersom. Rudie Peeters, directeur van Stichting Hoera kindercentra, vertelt hoe dit gegaan is. ‘We hebben de school en de gemeente voorgesteld om ruimtes uit te ruilen.’ Peeters had de bovenruimte van de sportschool gehuurd voor de buitenschoolse opvang. ‘Het is onze strategie om onze bso’s te vestigen in schoolgebouwen. Ik heb nu voorgesteld dat de school een lokaal beschikbaar stelt voor een groep 0 – 4, en in ruil daarvoor gebruiken de kinderen van groep 7/8 de bso-ruimte. En zo geschiedde.’ De ruimte van Hoera Kinderdroom biedt groep 7/8 een prachtige mogelijkheid om in kleinere groepjes les te krijgen of samen te werken. Ze beschikken daarnaast over een volledig geoutilleerde keuken en een technieklokaal. En dan is er ook nog de gigantische buitenruimte van 1500 m2 met daarin onder meer een overdekte voetbalplek, een zandruimte met waterbaan en een stuk grond met speeltoestellen. Na schooltijd is dit het domein van 65 bso-kinderen.

Pedagogisch fundament

Het realiseren van deze samenwerking is niet van de ene op de andere dag tot stand gekomen. Hanneke Vullings, clustermanager bij Hoera kindercentra, vertelt dat basisschool de Groenling en Hoera elkaar vonden op gedeelde kernwaardes en visie. ‘Deze is vervolgens uitgewerkt in een praktische samenwerking met een gezamenlijk pedagogisch fundament: samen spelen en leren, eigenaarschap ontwikkelen, kindvolgend werken en de ontwikkeling van het kind centraal stellen in plaats van de leeftijd.’ Prisma, de stichting waaronder de Groenling valt, was al een vaste partner van Hoera kindercentra. Prisma werkt exclusief samen met Hoera voor het realiseren van integrale kindcentra binnen alle basisscholen van Prisma, elk op hun eigen wijze. Hoera kindercentra werkt daarnaast nog wel met diverse andere schoolbesturen samen omdat ze in meerdere kernen in Noord-Limburg actief zijn. De hoofdkantoren van beide organisaties zijn gevestigd in hetzelfde gebouw en dat maakt de lijntjes lekker kort.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41190-020-0282-9/MediaObjects/41190_2020_282_Fig2_HTML.jpg

Salades verkopen

Formeel is hier geen sprake van een IKC, maar er wordt zeer innig samengewerkt; zowel op pedagogisch als organisatorisch vlak. School en bso zijn geen afgescheiden eenheden: er wordt aansluiting gezocht tussen de thema’s die spelen in de kinderopvang/bso en op school. Pedagogisch medewerkers begeleiden projecten onder schooltijd en werken hierna door op de bso. Leerdoelen uit lessen moeten worden gekoppeld aan ‘doen’ in ateliers of de keuken. Een leuk voorbeeld daarvan is de businesscase rondom salades. Hanneke Vullings: ‘Kinderen hebben tijdens schooltijd onder begeleiding van een pedagogisch medewerker een kleine businesscase gemaakt over het verkopen van salades bij de sportschool hier beneden. De bso-kinderen hebben ’s middags de salades gemaakt en daarna verkocht op de sportschool. Je maakt op deze manier kinderen bewust van gezonde voeding, leert hen een kleine businesscase maken en samenwerken met andere partijen.’

‘Binnen de huidige regelgeving is best een hoop mogelijk’

Bedrijfsleven

Hoera Kinderdroom werkt ook graag samen met het bedrijfsleven. Zo zijn de kinderen betrokken bij het maken van een welkomst-hek bovenaan de trap. Samen met een interieurbedrijf is het ontwerp gemaakt, zijn de planken gezaagd en hebben de kinderen helpen schilderen. Een ander voorbeeld is de samenwerking met People’s Farm: een boer die vergeten groenten kweekt en verkoopt via de bso en school, aan ouders. De kinderen gaan op bezoek bij de boer, leren wieden en koken met de vergeten groentes.

Regelgeving

Directeur Rudie Peeters loopt bij dit soort constructies in de samenwerking met een basisschool aan tegen wetten en praktische bezwaren. Maar hij gaat daar optimistisch en met enig lef mee om. ‘Ik doe aan “creatief boekhouden” met personeel, maar wel binnen de grenzen van de wet- en regelgeving. We hebben gekozen voor combibanen. Een oplossing is dat medewerker A in dienst bij de school is, en medewerker B in dienst bij Hoera kindercentra. Ze werken allebei 20 uur op de school en op de bso. Dan heb je geen probleem.’ Hij heeft er de handen aan vol om dit goed te regelen maar ‘binnen de huidige regelgeving is best een hoop mogelijk. Diverse mensen werken vanuit Hoera ook binnen de Prisma-scholen, maar ook andersom. Ib’ers vanuit Prisma bezoeken ook de peutergroepen. Zo heb je kinderen al in beeld voor ze naar groep 1 gaan. Er is een personeelstekort, en die samenwerking tussen school en kinderopvang kan hierbij helpen – en zelfs een oplossing vormen voor het personeelstekort. Je kunt namelijk structureler en grotere contracten aanbieden. Ook hebben alle medewerkers binnen Prisma een VOG gekoppeld aan Hoera kindercentra zodat je op dat vlak ook geen problemen hebt.’

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41190-020-0282-9/MediaObjects/41190_2020_282_Fig3_HTML.jpg
https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41190-020-0282-9/MediaObjects/41190_2020_282_Fig4_HTML.jpg

Dromen

Hanneke Vullings vertelt dat er nog wat dromen zijn voor de Kinderdroom: ‘We willen nog werken aan een gezond kindercentrum vanuit het project in Limburg. We willen het bedrijfsleven en ouders nog meer betrekken, en ook meer samen gaan doen met de sportschool.’ Ook zal er meer gewerkt gaan worden vanuit het koppelen van hoofd, hart en handen, waardoor het atelier en de keuken meer gebruikt kan worden. En: ‘we zouden een breder aanbod willen realiseren, ook voor kinderen die niet op de bso zitten.’ Ook zal er gewerkt gaan worden met SOS in emoties, een pedagogisch instrument om beter om te gaan met emoties van kinderen. Rudie Peters vindt het niet nodig om deze samenwerking vast te leggen in een IKC en een eenhoofdig leiderschap. ‘Ik vond eerst wel een goede oplossing, maar ben daar van teruggekomen. Ik merkt toch dat in een IKC met één leider de visie van Hoera ging verwateren. We blijven nu twee organisaties maar werken heel intensief samen. En dat gaat prima.’

De inrichting van Hoera Kinderdroom

De grote ruimte is flexibel en transparant ingericht voor de verschillende doeleinden. De afgetimmerde hoeken en binnenruimtes kunnen weer aangepast worden naar wens. Kinderen bepalen mee en hebben een stem bij de inrichting en aankleding.

Wat vind je verder in deze ruimte:

  • Een stilteruimte voor mindfulness en yoga. Een pm’er is daarin opgeleid en kinderen kunnen onder schooltijd of bso een les volgen.
  • Een volledig geoutilleerde keuken. Daar staan keukenapparaten, liggen messen en er wordt gekookt op gas. Kinderen worden niet hiervan weggehouden, maar leren om te gaan met de risico’s.
  • Het technieklokaal: daar worden onder schooltijd en tijdens bso technieklessen gegeven en kinderen kunnen er klussen. Ook hier krijgen kinderen instructie hoe ze moeten omgaan met risico’s.
  • De sportschool beneden is deels toegankelijk voor kinderen. Ze mogen er op de boksballen slaan om lekker stoom te kunnen afblazen.
De inrichting waarbij potentieel gevaarlijke apparaten niet worden weggehouden bij de kinderen leidt wel tot opgetrokken wenkbrauwen bij de GGD-inspecteur en de ouders. Ook sommige ouders vonden dit in het begin best spannend. Clustermanager Hanneke Vullings vertelt dat ze de GGD heel goed heeft kunnen uitleggen waarom ze dit doen en hoe ze de risico’s beheersbaar houden. Uiteindelijk zijn ook de GGD en de gemeente juist enthousiast en is er veel belangstelling voor dit unieke concept.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.