‘Mijn man heeft een eigen makelaarskantoor en ik was advocaat, maar studeer nu binnenhuisarchitectuur. Quinn had voorheen fulltime kinderopvang, maar bij de geboorte van Pippa besloot ik tijdelijk te stoppen met werken. We hebben wel drie dagen kinderopvang aangehouden, omdat het zo goed is voor haar.

Kinderen tussen 9 en 12 jaar die richting de puberteit gaan, kunnen al flink wat pubergedrag vertonen. En dat kan best een uitdaging zijn voor pm’ers op de bso. Want hoe hou je die tieners betrokken? Hoe krijg je die hangende en soms dwarse prepuber uit zijn luie stoel? En wat kun je vooral beter niet doen? Pedagoog Ilse Davids van de SWK Groep vertelt.

Zoveel kinderen, zoveel opvoedingen. Zeker als het gaat om de mediaopvoeding zijn de verschillen tussen gezinnen groot. En soms kunnen ouders er wel wat hulp bij gebruiken. Met deze tips van het Nederlands Jeugdinstituut sta niet met je mond vol tanden als jouw hulp gevraagd wordt.

In Mijn Locatie vertellen managers waarom ze trots zijn op hun locaties en teams. Hedwig Beutick (54) is manager kinderopvang van Wonderland, een organisatie met 28 locaties en 270 medewerkers in West- en Midden-Nederland. Elke locatie heeft een eigen identiteit omdat de locatiemanager en het team daar hun eigen stempel op mogen drukken. ‘Dat motiveert mensen enorm.’

Op 5 april 2019 wordt de eerste Pedagogisch Professional van het Jaar gekozen. Is jouw collega een echte topper? Zo’n pm’er die zijn of haar hand er niet voor omdraait om de groep soepel te laten draaien? Die aandacht heeft voor ieder kind? Of die zich hard maakt voor een bijzonder project in de organisatie? Geef haar of hem dan nu op!

Afgelopen zomer ontstond er op de Facebookpagina van Kinderopvangtotaal een interessante discussie tussen pedagogisch medewerkers. Volgens sommigen mag een baby in de kinderopvang niet in een kinderwagen slapen. Niet veilig genoeg en dus voor de toezichthouder reden om hier een berisping op te geven. Anderen zeiden dat het prima kan. Hoe zit het? Een paar vragen aan GGD GHOR Nederland.

Soms sta je versteld van de uitspraken van kinderen in je groep. Je leest een boekje over de maan en een peuter roept: ‘De maan en een banaan horen bij elkaar.’ Bij het zingen van een Sinterklaasliedje vraagt een kind: ‘Is Sinterklaas zelf wel eens stout?’ Waar halen ze het vandaan?

Ze heeft verkering en straalt als hij er is. Als ze verdrietig is kan híj haar het best troosten. Hij vindt haar ook erg leuk, maar doet het wat rustiger aan. Hij is dan ook al dik negen en zij ‘nog maar’ net acht. Op een rustig momentje aan het eind van de middag vraag ik het hem: ‘Heb jij iets speciaals met Lize?’ ‘Ja’, antwoordt hij heel kalm, maar met een twinkeling in z’n ogen. ‘Wat leuk’, zeg ik, ook om hem te bedanken voor zijn openheid.

Elke pm’er zal ze er zo kunnen uitpikken: de kinderen die net wat gevoeliger zijn dan de rest. Het ene kind heeft binnen één dag zijn draai gevonden op de groep, het andere kind kan maandenlang kwetsbaar blijven. Vaak heeft dit te maken met de aanleg van het kind. In de wetenschap onderscheiden ze drie type kinderen: orchideeën, tulpen en paardenbloemen.

Een koortslip is niet alleen vervelend voor wie er zelf last van heeft. Het is namelijk besmettelijk en voor heel jonge baby’s is besmetting zelfs levensgevaarlijk. Wat betekent dit voor pedagogisch medewerkers en gastouders?