Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties1

Leren vanuit nieuwsgierigheid

Een school met een specifieke visie die een eigen kinderopvang start, zien we vaker in Nederland. Maar een kinderdagverblijf dat een school opricht, zie je niet zo vaak. Villa De Buitenkans in Heerenveen werkt met de Reggio Emilia-pedagogiek en enthousiaste ouders vroegen om een school met dezelfde aanpak. Directeur/ eigenaar Femke Dijkstra pakte de handschoen op. Samen met haar man Theo Rinsma, ouders en collega's richtte ze in 2016 basisschool De Buitenkans op. Een impressie van een bijzonder traject.
De rondleiding op een zonnige dag in maart start op het kinderdagverblijf. Bij deze statige villa in het centrum van Heerenveen is ieder hoekje in gebruik als tentoonstellingsruimte, atelier of groepsruimte. Wat opvalt is de zichtbare nadruk op de zelfredzaamheid van kinderen. In het trappenhuis hangen grote foto’s van baby’s en dreumesen die de trap op- en afkruipen met de tekst ‘Ik kan het zelf’. In de dreumesgroep zijn de kleintjes heerlijk kliederend aan hun lage tafel met een mes hun eigen boterham aan het smeren. Dit ‘ik kan het zelf’ hangt samen met de visie binnen de Reggiopedagogiek over het competente kind (zie kader over Reggio, red.). ‘Wij gaan risico’s niet uit de weg,’ vertelt directeur/eigenaar Femke Dijkstra, ‘maar we leren kinderen ermee omgaan.’ Gedoe met de GGD heeft ze niet, want ze kan de visie heel duidelijk overbrengen. En ook het gedegen bijhouden van de ongevallenregistratie laat zien dat er geen grotere ongelukken gebeuren ‘meer dan een pleister’.

Kunstenaar

In de ateliers zie je de lopende projecten. In het ene atelier zijn kinderen een bos aan het maken, in het andere atelier werkt een kunstenaar met ‘glow in the dark’ waar kinderen enorm door gefascineerd zijn. ‘Alles komt voort uit hun eigen belangstelling en onderzoek’, vertelt Femke Dijkstra. ‘De vondst van een dood vogeltje dat uit een nest is gevallen, kan zo maar leiden tot een project van een jaar waarbij kinderen bezig zijn met alles rondom vogels.’ Drie dagen per week komen de atelierista (een kunstenaar die volgens de Reggiopedagogiek werkt) en pedagoog om kinderen te steunen en stimuleren in hun zoektocht. De kunstenaar biedt materialen aan om mee aan de slag te gaan en stelt vragen. De gesprekken die kinderen vervolgens voeren, worden gedocumenteerd en uitgeprint. In de villa vind je een babygroep (0-1 jaar), een dreumesgroep (1-2 jaar) en twee peutergroepen (2-3 en 3-4 jaar). Alle kinderen binnen De Buitenkans, zowel kinderdagverblijf als basisschool, werken aan de hand van de onderzoekscirkel: verwonderen, vragen, voorspellen, onderzoeken, vastleggen, presenteren en reflecteren. ‘Wij werken niet ontwikkelingsgericht’, zegt Femke, ‘we werken vanuit de intrinsieke nieuwsgierigheid en leergierigheid van kinderen.’

‘We werken vanuit de intrinsieke nieuwsgierigheid en leergierigheid van kinderen’

Zelfstandig

Deze aanpak, plus de nadruk op het competente kind, levert vierjarigen af die heel zelfstandig en onderzoekend zijn. Een houding die op een reguliere basisschool niet altijd tot zijn recht komt. Kinderen vinden vanaf zeven jaar school vaak niet leuk meer, volgens Femke. Ouders liepen hier tegenaan en vroegen haar of ze een basisschool kon stichten volgens dezelfde principes. Geen gemakkelijke klus want er is geen kant-en-klare methode voor kinderen tot 12 jaar, maar er lagen ook kansen. De man van Femke, Theo Rinsma, had een opleiding tot schooldirecteur maar werkte, teleurgesteld in het reguliere basisonderwijs, in de IT. En er was een pand, een oud schoolgebouw 800 meter verderop. Niet in geweldige staat en al jaren bewoond door anti-kraak, maar wel beschikbaar. Naast hun banen gingen Femke en Theo samen met ouders en andere betrokkenen in de avonduren hard aan de slag om een basisschool op te zetten. Met succes, in 2016 zijn ze van start gegaan met 64 kinderen en dit jaar groeien ze naar 200. Theo Rinsma werd de schooldirecteur, ze kregen erkenning en financiering vanuit het ministerie van Onderwijs en konden aan de slag.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41190-023-1693-1/MediaObjects/41190_2023_1693_Fig1_HTML.jpg
Eetmoment in de dreumesgroep Villa de Buitenkans

Grote kuil

Lopend in en rond de school, zie je dat het een oud gebouw is. Dijkstra vertelt blij dat er een nieuw gebouw komt. ‘Eerst worden er lokalen aangebouwd en daarna wordt de rest ingrijpend gerenoveerd.’ Op deze zonnige dag zijn groepjes kinderen buiten bezig. Een paar jongens zijn in een grote kuil in de hoek van het terrein aan het graven (‘Er gaan hier steeds meer tegels uit’, zegt Femke lachend) terwijl de iPad op de rand van de kuil dit filmt. Femke vertelt over de achtergronden van dit tafereel en waarom dit typerend is voor deze school. ‘Een paar jongens waren bezig met machtspelletjes en wilden graag met stokken slaan. Gedrag dat begeleiders in principe niet zo prettig vinden, maar ze wisten dit om te buigen. De jongens gingen ridderzwaarden maken en daarmee vechten. En ze mochten een eigen kuil gaan graven om onderzoek te doen. Wat ligt daar onder de grond: dinosaurusbotten of handbijlen uit de oudheid? En dat alles leggen ze vast op film. Een van die jongens is handig met multimedia en monteert zelf een filmpje dat deze jongens zelf weer in hun groep presenteren aan andere kinderen.’ Een mooi voorbeeld van hoe de belangstelling, maar ook negatief gedrag van kinderen, kan leiden naar een mooi leertraject waar ze eindeloos mee bezig zijn. Verderop op het schoolplein is een mentor bezig met het bouwen van een vuurplaats, samen met kinderen. Ze gaan er straks koken; dit is een van de workshops die vanmiddag wordt aangeboden. Kinderen uit verschillende jaargroepen kunnen zich hier voor inschrijven.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41190-023-1693-1/MediaObjects/41190_2023_1693_Fig3_HTML.jpg
Filmpje monteren voor de presentatie in de groep Marike Vroom

Geboortejaar

Kinderen hebben hun eigen groep (gebaseerd op hun geboortejaar) en leren met de onderzoekscirkel. Geen klassikale lessen of standaard schoolprogramma’s, legt Femke uit. ‘Kinderen zien elkaar ongeveer drie keer per dag in hun eigen groep waarbij ze vertellen waar ze mee bezig zijn of presenteren wat ze gedaan hebben. Daarna gaan ze aan de slag, vaak met andere kinderen en krijgen begeleiding van een leerkracht en een mentor als ze die nodig hebben.’ Kinderen leren op twee manieren: vanuit de onderzoeksprojecten die ze zelf bedenken en aanbod gestuurd vanuit de workshops die leerkrachten en mentoren aanbieden.

Financiering

Inmiddels is schooldirecteur Theo Rinsma aangeschoven die verder uitlegt hoe de school werkt. ‘Er is een leerkracht per 25 kinderen en daarnaast is er per groep een mentor, een pedagogisch medewerker, beschikbaar. Deze mentor start om negen uur en blijft tot sluitingstijd. De leerkracht werkt tot half drie en gaat daarna bezig met het voorbereiden en geven van workshops of het observeren en documenteren.’ Hoe dit gefinancierd wordt? Theo: ‘Tachtig procent van de ouders neemt een bso-pakket af. Daarmee kunnen we mentoren op de groep en workshops financieren. We berekenen jaarlijks hoeveel er gemiddeld wordt afgenomen aan bso/tso en op basis van dat gemiddelde maken we een naschools programma voor de hele week. Kinderen die geen bso afnemen, gaan in principe om half drie naar huis, terwijl de andere kinderen door kunnen met wat ze aan het doen waren. De mentor start in groep 1 en gaat met de kinderen mee naar groep 8. Zo zien ze vier dagen per week, acht jaar lang hetzelfde gezicht.’

Hulpje

Mentoren zijn heel bewust geen mensen die opgeleid zijn als klassenassistent, volgens Theo. ‘Die zien zichzelf vaak als hulpje van de leerkracht en wachten op opdrachten. Wij selecteren mensen, vaak hbo’ers, op hun extra talenten die ze kunnen inzetten voor het geven van workshops. De rol van mentoren is cruciaal omdat zij het welbevinden als prioriteit zien en zorgen dat kinderen emotioneel betrokken zijn. Een kind leert pas als het lekker in zijn vel zit. Leerkrachten sluiten daar op aan door het toevoegen van de leerdoelen.’

Omdat er relatief veel geld gestoken wordt in personeel (‘Iedereen heeft een vaste aanstelling en is goed ingeschaald’) en bijscholing, is het soms woekeren met geld. Ouders doen bijvoorbeeld het onderhoud van het buitenterrein omdat er geen budget is voor onderhoud. En iedere groep heeft een eigen budget waar ze hun materialen van moeten betalen. Maar ook dat geeft veel leermogelijkheden. ‘Kinderen die iets willen, bijvoorbeeld slijm maken, moeten anderen kinderen zien te overtuigen dat ze daar geld uit hun budget voor mogen uitgeven. Maar als andere kinderen liever voor iets anders sparen, wordt dat lastig. Kinderen leren hierdoor rekenen, budgetteren, onderhandelen, noem maar op,’ vertelt Dijkstra.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41190-023-1693-1/MediaObjects/41190_2023_1693_Fig4_HTML.jpg
Graven naar dinosaurusbotten Marike Vroom

Kiesborden

Door de school lopend, is de visie duidelijk terug te zien. Aan de muur hangen kiesborden waarbij kinderen zich kunnen inschrijven voor een workshop. Niet vrijblijvend, zegt Dijkstra. Op veel plekken zie je ateliers waar kinderen creatief aan de slag kunnen. Op een raam geplakt zien we een project dat gaat over zaadjes en plantjes. ‘Een jongen had een zaadje geplant in de winter en vroeg zich af waarom dit zaadje niet uitkomt. Toen heeft hij een jasje van piepschuim gemaakt voor dit zaadje zodat deze het warmer heeft.’ In de centrale hal waar kinderen aan tafeltjes kunnen lunchen, zit nog een meisje alleen zorgvuldig haar boterham te beleggen met kaas met behulp van een kaasschaaf. ‘Hier hoeven kinderen niet in een kwartiertje te lunchen’, vertelt Dijkstra. In de keuken zijn kinderen bezig met het maken van appelflappen en een quiche nodigt uit om van te proeven.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41190-023-1693-1/MediaObjects/41190_2023_1693_Fig5_HTML.jpg
Workshop vuur maken en koken Marike Vroom

Organisatie

Eenmaal weer in het kantoortje vertellen Femke Dijkstra en Theo Rinsma hoe de organisatie is opgetuigd. Dijkstra is eigenaar/directeur van kinderdagverblijf Villa De Buitenkans en daarnaast van de peuteropvang en bso binnen IKC De Buitenkans. En dan is er de stichting Basisschool De Buitenkans waar Rinsma directeur van is en die door het ministerie van Onderwijs bekostigt wordt. Op de vraag of deze drie entiteiten niet kunnen fuseren tot een integrale organisatie, zeggen beiden dat daar de prioriteit niet ligt. ‘Alle drie de entiteiten hebben dezelfde visie en worden geleid door dezelfde mensen. Wij geven nu de voorkeur aan goede samenwerkingsovereenkomsten op papier. Het loopt prima zo. Vaak zie je IKC’s waar op papier de organisatie goed geregeld is, maar er in de praktijk weinig samen wordt gedaan. Wij doen het andersom.’ Het ideaal is wel om in het nieuwe gebouw, naast de bestaande peutergroep, een babygroep te starten. ‘Dan hebben we binnen dit gebouw een aanbod voor nul tot twaalf jaar.’ Maar de Villa wil Femke graag op zichzelf laten staan. ‘Daar zit nu een geweldig functionerend team in een sfeervol gebouw.’

Wat is Reggio Emilia?

Reggio Emilia is een streek in Italië waar een pedagogiek is ontwikkeld (geïnspireerd op de pedagoog Loris Malaguzzi) die ook in Nederland al 25 jaar populair is.

Enkele belangrijke kenmerken van deze werkwijze:

  • Er wordt uitgegaan van het competente kind. Zelfredzaamheid en een onderzoekende houding van kinderen worden sterk gestimuleerd. Binnen De Buitenkans gebruiken ze de 5-handregel: probeer eerst iets zelf, als het dan niet lukt, vraag het dan aan drie vrienden. Als het dan nog niet gelukt is, vraag je het aan een begeleider. Dit stimuleert de zelfstandigheid maar ook de samenwerking tussen kinderen.
  • De honderd talen van kinderen. Kinderen geven op honderd manieren betekenis aan de wereld om zich heen. Atelierista’s (kunstenaars) en andere begeleiders hebben oog voor de manier waarop kinderen de wereld willen onderzoeken, gaan mee in hun fantasie en geven hen een goed voorbereide omgeving met materialen om de wereld te onderzoeken.
  • De drie pedagogen. Kinderen leren door drie pedagogen om hen heen: andere kinderen, de voorbereide leeromgeving en begeleiders.
  • Welbevinden en betrokkenheid staan voorop bij het openstaan voor leerervaringen.
  • Met het documenteren (het vastleggen van gesprekken en projecten van kinderen in woord en beeld) wordt de ontwikkeling van kinderen vastgelegd en zien ouders waar hun kinderen mee bezig zijn. Dialogen en foto’s worden geprint en aan muren gehangen en ook opgenomen in ‘het boek van herinneringen’ van ieder kind op het kinderdagverblijf. Kinderen krijgen dit boek mee als ze vier jaar worden.

Basisschool De Buitenkans

De basisschool valt onder algemeen bijzonder onderwijs en wordt door de overheid bekostigd. Ouders betalen een vrijwillige bijdrage van € 130,- per jaar voor de activiteiten en daarnaast € 35,- per maand voor de lunch, hapjes, traktaties en fruit. Kinderen nemen geen eten of drinken mee naar school.
De school werkt niet met vastomlijnd klassikaal onderwijs, maar kinderen leren vanuit hun intrinsieke belangstelling en gaan op onderzoek uit. Dit onderzoek wordt gefaciliteerd door de begeleiders en de leeromgeving. Daarnaast is er een aanbodgestuurd programma van workshops waar kinderen van verschillende leeftijden aan mee kunnen doen. De leerkrachten en mentoren geven de (meeste) workshops. Soms komt een externe of ouder een workshop geven. Kinderen volgen allemaal hun eigen leerroute die wordt geobserveerd en vastgelegd in een volgsysteem. De leerkrachten checken bij ieder kind of de SLO doelen zijn gehaald (de verplichte onderwijsdoelen van de Stichting Leerplan Ontwikkeling). Aan het eind van groep acht zijn alle SLO-doelen afgevinkt. De school doet alleen de verplichte toetsen.

1 REACTIE

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.