Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

De kracht van een waardevolle overdracht

'Geen bijzonderheden!' Een zin die je misschien wel dagelijks uitspreekt tijdens de overdracht. Het ging goed met het kind: lekker gegeten en lekker gedronken, geen bijzonderheden. Toch doe je daarmee de ouder, het kind én vooral jezelf als professional tekort. Wat is wél een waardevolle overdracht? Nicole van Asten van Parenticom geeft tips.
Foto: Adobestock/ Creativa Images
Nicole van Asten is directeur en trainer bij Parenticom. Met haar bedrijf geeft ze communicatietrainingen in kinderopvang en basisonderwijs. De dagelijkse contactmomenten met ouders tijdens de overdracht zijn om verschillende redenen heel belangrijk, vertelt ze.
‘Je kunt afstemmen met ouders en het zijn dé momenten waarop je als professional kan laten zien waarom kinderen bij jou op de juiste plek zijn. Je kan laten merken dat je het kind echt ziet, dat je de ontwikkeling van het kind volgt en stimuleert. Je kan je werk als pedagogisch professional geweldig doen overdag, maar als je aan het einde van de dag tegen ouders zegt: “Het was een leuke dag, geen bijzonderheden”, dan doe je jezelf tekort en word je misschien onvoldoende gezien als de professional die je bent. Tijdens de overdracht kun je juist laten zien wat je in huis hebt: dat je het kind observeert vanuit jouw professie, je de ontwikkeling van het kind volgt en daarover ouders kan informeren. Daar mag je trots op zijn en dat mag je uitdragen.’ Daarnaast zegt een waardevolle overdracht veel over de meerwaarde van de kinderopvangorganisatie waarvoor ouders hebben gekozen. Allemaal redenen waarom overdrachtsgesprekken niet onderbelicht mogen blijven, vindt Nicole.

Hoe pak je het aan?

Een inhoudelijke overdracht klinkt ideaal, maar in de praktijk schiet het er makkelijk bij in. Medewerkers zijn druk, ouders zijn soms gehaast of vragen juist alle aandacht, waardoor andere ouders niet of nauwelijks gezien worden. ‘Dit zijn struggles die ook in onze trainingen aan bod komen’, vertelt Nicole. ‘Het zijn reële uitdagingen! Wat helpt is jezelf of elkaar als team de volgende vragen te stellen: waarom hebben we deze ovedrachtsmomenten? Wat willen we bereiken met een overdracht? Hoe pak je dat aan?’
https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41189-022-1234-5/MediaObjects/41189_2022_1234_Fig2_HTML.jpgNicole: ‘Samengevat: vertel wat je hebt gezien en koppel dat aan een ontwikkelingsgebied van een kind. Bijvoorbeeld dat Jantje voor het eerst zelf geknipt heeft. Als dat goed ging, beschrijf dan wat je hebt gezien waardoor je denkt dat het goed is gegaan. Met welke hand knipte hij? Hoeveel pogingen heeft hij gedaan voordat het goed ging? Wat is er geknipt? Moest hij wennen aan de schaar? Heeft hij hulp gevraagd? Misschien was hij wel heel trots: hij had een glimlach van oor tot oor tijdens het knippen. De ouder weet door zo’n verhaal dat jij het kind echt gezien hebt. Het vertrouwen van de ouder in jou als professional én in de kinderopvangorganisatie groeit.’
Nicole van Asten is is, naast onder meer ontwikkelingspsycholoog Steven Pont en wetenschapsjournalist Mark Mieras, een van de sprekers op het congres Topsprekers in de Kinderopvang op woensdag 22 november in Tiel. Meer info of aanmelden >>

Vertrouwensband

De dagelijkse contactmomenten met ouders tijdens de overdracht hebben nog een belangrijke functie: je bouwt een vertrouwensband op. Nicole: ‘Als jij het overdrachtsmoment gebruikt om aan de ouders te laten zien dat jij oog hebt voor hun kind, word je serieus genomen door ouders en ontstaat er een band van vertrouwen. En dat is in het belang van het kind. Wanneer je als professional iets signaleert bij een kind en je wilt daarover het gesprek aangaan met de ouder(s), maar je spreekt elkaar niet of nauwelijks tijdens de haal- en brengmomenten, dan sta je 1-0 achter. Juist die dagelijkse gesprekken zorgen ervoor dat het makkelijker is om ook het gesprek aan te gaan als dat een lastiger gesprek is. Wanneer je bijvoorbeeld zorgen hebt over een kind.’

Ouders die tijd claimen

Wat als een ouder alle tijd van een pedagogisch professional claimt tijdens het ophaalmoment? Hoe ga je daarmee om? En belangrijker nog: hoe zorg je dat ook andere ouders aan bod komen?
‘Het zit in de kleine details; er gebeuren wel 101 bijzondere dingen op een dag’
Nicole: ‘Er zijn ouders die tijdens de overdracht heel veel tijd van de kinderopvangprofessional vragen. Dat zijn vaak hele betrokken ouders, maar zij snoepen waardevolle tijd af van de overdracht met ouders die je niet zo veel spreekt. Blijft een ouder praten, neem dan actief de leiding door kort samen te vatten wat de ouder net heeft verteld. Bijvoorbeeld: “Wat leuk om te horen dat er fijne weekendplannen zijn. Dat wordt vast een leuk weekend! Heb je nog vragen? Anders ga ik even naar de moeder van Saar, ik wil nog even iets met haar afstemmen.” Als jij de regie hebt over je eigen tijd, heb je meer tijd voor de overdracht met andere ouders.’

Niet alles gezien

En wat als je zo druk bent dat je niet elk kind gezien hebt op een dag? Nicole: ‘De kinderopvang is een intens vak, waarin je vaak handen te kort komt. Zeker in deze tijd, met veel uitval van collega’s of een tekort aan personeel. Spreek daarom met elkaar af wie van welk kind een overdracht geeft aan de ouder/verzorger. Werk je op een babygroep? Ouders kennen inmiddels wel het schema van de flesjes en het verschonen van de luiers. Herhaal dat niet elke dag mondeling, maar benoem één moment wat jou bijbleef die dag. Werk je in de buitenschoolse opvang? Daar zijn de groepen nog groter en is het haast onmogelijk om elke ouder dagelijks een inhoudelijke overdracht te geven. Wel kun je bijvoorbeeld eens per twee weken of eens in de maand iets delen met de ouders over hun kind. Ouders weten dan dat hun kind gezien wordt én welke meerwaarde de bso heeft voor de ontwikkeling van hun kind.’

Stap uit de ‘geen-bijzonderheden-dans’

Volgens Nicole is het de hoogste tijd, als je dat nog niet deed, om uit de ‘geen-bijzonderheden-dans’ met ouders te stappen. Nicole: ‘Dat dansje maken we allemaal. “Geen bijzonderheden” is een soort magische zin, gebruikt als afcheck. Ik vraag tijdens trainingen: “Wat bedoel je eigenlijk, met geen bijzonderheden”? Eigenlijk zeg je: het kind heeft geen grote mijlpaal behaald, en ook: het is niet gewond geraakt, het is heel gebleven. Maar door dat steeds te zeggen, positioneren we ons verkeerd en doe je jezelf en je professie te kort. Geef een overdracht met meerwaarde, vertel over bijzonderheden die je wél zag. Het zit in de kleine details die je ziet en opmerkt; er gebeuren wel 101 bijzondere dingen op een dag. Laten we die zo benoemen en ouders daarin meenemen. Daarmee laat je zien wat je als professional in huis hebt: jij maakt het verschil voor kinderen, elke dag weer.’

Tips

Nicole heeft 3 praktische tips voor een ontwikkelingsgerichte overdracht:

Zoom in op één moment
‘Ga niet de hele dag opsommen. Beter kun je inzoomen op één moment. Het maakt niet uit welk moment van de dag dat was, maar deel iets wat je hebt gezien of wat jou opviel.’
Gebruik je waarnemingen én interpretaties
‘Gebruik je waarnemingen in plaats van enkel interpretaties. Bijvoorbeeld: als je zegt dat een kind vandaag genoten heeft, vertel dan hoe je dat zag. Wat deed het kind? Waardoor denk je dat het genoten heeft? Vertel beeldend: een ouder merkt daaraan dat jij het kind écht gezien hebt.’
Koppel de overdracht aan een ontwikkelingsgebied
‘Gebruik jouw pedagogische kennis om een ontwikkelingsgebied te koppelen aan jouw waarneming. Je kan daarmee laten zien hoe jij naar kinderen kijkt, hoe jij de progressie van de ontwikkeling volgt. Deel op online ouderportaals niet alleen foto’s van wat kinderen die dag gemaakt hebben, maar ook van het proces. Daarmee laat je zien waar je je als professional én als professionele kinderopvangorgansiatie op richt.

Verslag van de hele groep

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41189-022-1234-5/MediaObjects/41189_2022_1234_Fig3_HTML.jpgOntwikkelingspsycholoog Steven Pont geeft elk nummer zijn visie bij een van de pedagogische artikelen in Kinderopvang.

‘Met kinderen werken vind ik hartstikke leuk,’ zei een pedagogisch medewerker die ik verleden week sprak, ‘maar ze hebben wel één groot nadeel.’ Ik ben natuurlijk benieuwd wat dat nadeel voor haar is. Zijn de kinderen soms wat aan de drukke kant? Zijn het er wat teveel op de groep? Heeft ze misschien genoeg van alle snotneuzen? Maar nee, dat is het allemaal niet. Voordat ik kan vragen wat ze bedoelt, rolt ze met haar ogen en zegt: ‘Het is zo verrekte jammer dat er ook allemaal ouders aan ze vast zitten.’
En dat klopt inderdaad. Biologisch gezien is het onmogelijk een kind op de groep te hebben, dat geen ouders heeft. En de meeste van die ouders komen aan het eind van de dag ook nog eens verslag halen. En dat niet alleen; ze komen ook geregeld langs om hun eisenpakketje aan je te presenteren. Ik was laatst op een ander kinderdagverblijf, waar ouders hadden gevraagd om ervoor te zorgen dat hun dochter niet zo vies zou worden. Een andere pedagogisch medewerker vertelde me dat ouders hadden gevraagd alleen zingend het slaapkamertje in te komen. Het zijn tekenen van de verregaande individualisering van de pedagogiek, het gaat daarbij steeds om het individuele kind. Tot mijn spijt.
Ik heb een tijdje geleden het pedagogisch beleidsplan van een kinderdagverblijf geschreven, dat juist helemaal tegen die individualisering in gaat. Eén van de manieren waarop we dat kunnen doen is per dag in een groot boek een verslag van de groep als geheel te maken, afgewisseld met foto’s die op die dag genomen zijn. Als ouders binnenkomen lezen ze dus eerst wat er die dag met de groep is gebeurd, niet alleen met hun individuele Splintertje of Maantje. Natuurlijk willen de ouders ook weten hoe hun kind daarin heeft gefunctioneerd, maar we laten daarmee ook zien waar we voor staan. En dat is de socialisering van het kind, wat mij betreft een veel belangrijker taak dan de individualisering van het kind. Tijdens de overdracht kunnen we ouders duidelijk maken hoe we als pedagoog in de wereld staan. En dat gaat verder dan met wie een kind heeft gespeeld of welk werkje het heeft gemaakt. Het klinkt misschien wat zwaar, maar achter de manier waarop je overdraagt zit als het goed is ook altijd een deel van je mensbeeld.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.