Steven geeft aan dat het belangrijk is om het gedrag van kinderen te begrijpen. ‘Bij gedrag gaat het meestal over emoties. Vaak proberen we gedrag te stoppen door te belonen of te straffen. Maar als je het echt wilt snappen, moet je verder kijken.’
Conditioneren of naar de oorzaak kijken?
Steven geeft een voorbeeld: Bijvoorbeeld als je ziet dat een van de kinderen een klap aan iemand anders uitdeelt. Natuurlijk grijp je in, maar op welke manier je dit doet is erg belangrijk. Als je alleen maar vertelt dat hij of zij dit niet meer mag doen, conditioneer je dit kind eigenlijk als een soort apparaatje. Een kind doet iets en jij voegt iets toe. Je wilt dat diegene voortaan zijn handen thuis zal houden.’
Volgens Steven is dat niet de hele oplossing. ‘Je kunt ook teruggaan naar wat er gebeurde voor dit kind besloot die ander een mep te verkopen. Misschien kom je dan op iets uit dat je van tevoren niet had kunnen bedenken. Wie weet voelt dit kind zich heel snel bedreigd omdat er thuis ook zaken worden opgelost met geweld.’
Ga je in op het gedrag of de emotie?
Wat kunnen pedagogisch professionals in dergelijke gevallen dus beter doen volgens Steven? ‘Het is goed om jezelf af te vragen of je in deze situatie ingaat op het gedrag of op de emotie. Als je op de emotie gaat zitten, kun je veel beter ingrijpen. Probeer te achterhalen, waarom dit kind problemen met zijn vuisten oplost. Dat betekent niet dat je het gedrag goedkeurt, maar dat je er anders naar gaat kijken. Je wilt het gedrag nog steeds blokkeren, maar neemt hierbij een andere ingang. Wat speelt er eigenlijk in het leven van dit kind?’
Waar komt gedrag vandaan?
Dit vergt volgens Steven tijd en aandacht. ‘We vragen ons soms nog onvoldoende af waar gedrag vandaan komt en het duurt soms even voor je dit weet. Met name bij herhaald gedrag is het belangrijk dat je naar de bron gaat. Het is belangrijk om hier open en nieuwsgierig naar te zijn. Als je jezelf alleen richt op het conditioneren van kinderen, geef je kinderen naar mijn mening onvoldoende aandacht.’
Voelt dit kind zich bedreigd?
Heeft Steven voorbeelden van dingen die in het leven van dergelijke kinderen kunnen spelen?’ Er kunnen allerlei zaken aan ten grondslag liggen. Als iemand vaak geweld gebruikt, ligt dit misschien aan zijn sociale vaardigheden. Misschien weet dit kind niet goed hoe het met andere kinderen kan spelen of vriendjes maakt.’
Volgens Steven kan er ook nog een diepere laag onder liggen. ‘Misschien voelt dit kind zich bedreigt en wie weet speelt er inderdaad een vervelende thuissituatie. Het kan ook zijn dat dit kind zich op de groep helemaal niet veilig voelt. Je hebt dus een kijkgaatje nodig om naar het gedrag erachter te kijken. Je gaat als het ware weer helemaal terug naar de bron.’
Voor wie los je het probleem op?
Mensen die alleen maar belonen of bestraffen hebben volgens Steven geen interesse in de oorzaak. ‘Dan ben je eigenlijk alleen maar bezig met gedragsmodificatie. Je gaat ervanuit dat je dit kind kunt conditioneren tot hij of zij deze gedragingen niet meer vertoont.’
Volgens Steven heb je het dan alleen maar voor jezelf opgelost. ‘Het kind loopt nog steeds met dezelfde problemen rond, maar uit deze niet meer bij jou op de groep. Hij slaat minder, alleen maar omdat het anders straf krijgt. Niet omdat de pedagogisch professional zich heeft ingeleefd. En die peuter? Die voelt zich intussen nog steeds onveilig en heeft geen vriendjes.’
Wat moet je niet doen?
Steven geeft nog een treffend voorbeeld van hoe je het juist niet zou moeten doen. ‘Tegen een peuter die aan het huilen is, zeg je ook niet: “Je krijgt een koekje als je ophoudt.” Iedereen snapt waarom dat niet pedagogisch verantwoord is, je wilt namelijk heel graag weten waarom dit kind verdriet heeft.’
Hetzelfde principe geldt volgens Steven dus ook als kinderen kwaad zijn en hun woede uitten met geweld. ‘Je zou altijd moeten achterhalen wat er scheelt.’
Hoe zit het met de sfeer op de groep?
En als je de weet wat de achterliggende oorzaak is? Wat doe je dan volgens Steven? ‘Als er een probleem speelt in de thuissituatie is het belangrijk om contact met ouders te onderhouden. Wie weet moeten er wel interventies in dat gezin plaatsvinden.’
Toch kun je dergelijk gedrag volgens Steven niet altijd en alleen maar wijten aan ouders. ‘Het kan ook aan de sfeer en de cultuur op je eigen groep liggen. Misschien is er te weinig pedagogische sturing en worden dingen onder de kinderen soms fysiek opgelost zonder tussenkomst van een pedagogisch professional. Ook kan het zijn dat er een onveilige sfeer ontstaat vanwege te veel personeelswisselingen.’
Verder dan belonen en straffen
Steven geeft dus aan dat het belangrijk is dat je kinderen op een dieper niveau aandacht geeft. ‘Dat geldt niet alleen voor kinderen die problemen met hun vuisten oplossen, maar bij alle emoties die ze ervaren. Het is belangrijk dat we de drijfveer snappen. Pedagogiek gaat verder dan belonen en straffen. Het is altijd belangrijk om naar die diepere oorzaak te gaan. Er is een emotie en waar komt die emotie vandaan? Wat de oorzaak ook is, doe er vervolgens iets mee.’