Hierover bericht het Algemeen Dagblad.
De Canadese onderzoekers deden een experiment met 96 kleuters. Zij werden in drie groepen ingedeeld. De eerste groep luisterde naar een prentenboek met in de hoofdrol een wasbeertje dat leert zijn spullen met anderen te delen (Little Racoon Learns to Share). De tweede groep luisterde naar hetzelfde verhaal, maar nu was de wasbeer een jongetje. De derde groep was de controlegroep die een heel ander verhaaltje voorgeschoteld kreeg.
Stickers delen
De kinderen kregen elk tien stickers die zij met andere kinderen mochten delen als ze dat wilden. Voordat ze werden voorgelezen, mochten ze hun stickers met andere kinderen delen die geen stickers hadden. Maar weinig kinderen deden dat. Na het verhaaltje werd hen opnieuw gevraagd om stickers te delen. Toen bleek dat kinderen uit groep 2 (met het jongetje in de hoofdrol) hun stickers liever deelden dan voor het verhaal. Het effect was bij groep 1 (met het wasbeertje in de hoofdrol) veel minder groot en haast vergelijkbaar met de controlegroep. Voor de wetenschappers het bewijs dat kinderen zich gemakkelijker in realistische verhalen kunnen inleven.
Dr Jacqueline Schenk van de Erasmus Universiteit vindt het een goed onderzoek en neemt de uitkomsten dan ook serieus. Maar ze wil de uitslag wel in een context plaatsen. ‘Kinderen die een boek lazen met menselijke personages waren op de korte termijn vrijgeviger. Dat betekent niet dat alleen menselijke personages kinderen iets leren. In de buitenwereld kunnen kinderen andere besluiten nemen en dit zegt niets over wat kinderen op de lange termijn van boeken leren.’
Mies van Hout is tekenaar. Zij ziet geen aanleiding om dieren uit kinderboeken te halen. Kinderen kunnen meer van dieren leren, vindt zij. ‘Dieren hebben meteen al een karakter. Je hoeft een kind niet uit te leggen wat het gevoel van een vlinder of een olifant is, dat voel je gewoon direct.’
Peuters en kleuters gebruiken de tablet vaak om spelletjes te spelen of te kleuren, maar boeken lezen doen ze liever van papier. Lees meer
