
Dit adviseert het Verwey-Jonker Instituut naar aanleiding van een onderzoek onder veertig moeders met peuters. Moeders zijn het belangrijkste aanspreekpunt als het gaat om de keuze voor VVE. Moeders in deze groep zijn vaak van mening dat thuis de beste omgeving voor kinderen is. In veel gevallen voelen ze zich onvoldoende aangesproken door de VVE-programma’s. Deze sluiten, vinden zij, niet aan bij hun visie op opvoeding.
Misbruik
Daar komt bij dat negatieve media-aandacht het imago van voorscholen, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven heeft beschadigd. De moeders in het onderzoek noemden bijvoorbeeld de misbruikzaak. Zij vinden dat aanbieders van VVE goed uit moeten leggen wat zij doen om misbruik te voorkomen. Ook hebben de moeders geen goed gevoel bij de concentratie van achterstandskinderen op een voorschool.

VVE kwam eerder in het nieuws de afgelopen periode, omdat staatssecretaris Sander Dekker VVE-gelden anders wil verdelen. Voor de vier grote steden betekent dit dat zij vanaf 2016 miljoenen minder te besteden hebben aan VVE. Dat terwijl daar juist de meeste kinderen met een taalachterstand wonen. Lees meer >>
Consultatiebureau
Opvallend is dat slechts de helft van de onderzochte groep moeders op het consultatiebureau over VVE is voorgelicht. Deze moeders weten niet hoe het zit met indicatiecriteria en kosten. Een van de aanbevelingen van het Verwey Jonker Instituut is om informatie over VVE-aanbod in de gemeente toegankelijk en eenvoudig leesbaar te presenteren. Dat kan verspreid worden via folders of brochures en via de website. Het consultatiebureau is niet de enige plek waar niet-westerse ouders voorgelicht kunnen worden. Er zijn andere belangrijke ‘vindplaatsen’, zoals scholen, moskeeën en andere zelforganisaties die soms dichter bij ouders staan. Anders kan gedacht worden aan de inzet van ambassadeurs: mensen uit de eigen kring van deze ouders met een positieve ervaring met VVE.
Participatie
VVE-instellingen, zoals peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, kunnen ook zelf wat doen om aan te sluiten bij de groep ouders van niet-westerse afkomst. Voor moeders met een sterke moederschapsideologie is nadruk op participatie en partnerschap belangrijk. Voor ouders met weinig vertrouwen in kinderopvang kan in communicatie naar deze groep klanten worden benadrukt dat uitwisseling over wederzijdse verwachtingen en het respecteren van wensen van ouders hoog op de agenda staan. Ook kan het helpen als er op de locatie pm’ers met een migratieachtergrond of met diversiteitscompetenties werkzaam zijn. Zij kunnen ouders van een bepaalde subgroep makkelijker over de streep trekken.
Download hier het volledige onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut:
De grootte van een onderzoekspopulatie van 40 moeders lijkt mij een maatje te klein om conclusies te trekken over het imago van VVE bij niet-westerse moeders.