Het Parool publiceerde een artikel over de terugloop van het bereik van peuters in Amsterdam. In het artikel staat dat het aantal peuters dat een voorschool bezoekt, in een jaar tijd is afgenomen van 85 naar 75 procent. In Amsterdam Zuidoost, waar veel kinderen met een (taal)achterstand wonen, is het bereik zelfs nog maar 68 procent. Maar ook het aantal kinderen zonder achterstand is teruggelopen: van 40 procent naar 35 procent bereik.
Rotterdam
Binnenlands Bestuur publiceerde eerder deze zomer een artikel over de situatie in Rotterdam. Daarin spreekt Heinz Schiller, de directeur van Peuter & Co, over teruglopend bereik onder doelgroeppeuters van 20-25 procent. Deze terugloop is het meest zichtbaar in zogenoemde ‘moeilijke wijken’. Schiller noemt dit niet alleen dramatisch, maar ook schandalig. ‘We moeten drempels slechten in plaats van barrières opwerpen, zoals nu gebeurt.’
Harmonisatie
Want volgens hem is de harmonisatie, waarin kinderopvang en peuterspeelzalen in elkaar worden geschoven, de oorzaak van de terugval. Werkende ouders moeten nu een beroep doen op de kinderopvangtoeslag, niet-werkende ouders en kostwinnersgezinnen kunnen een gemeentelijke subsidie aanvragen. In Rotterdam hebben alle peuters recht op twee dagdelen kinderopvang tegen een gering maar inkomensafhankelijk tarief. Kinderen met een taalachterstand (VVE-kinderen) krijgen nog eens twee dagdelen gesubsidieerde opvang.
Schuldenproblematiek
Hoewel goedbedoeld, is de praktijk weerbarstig. Schiller ziet dat ouders voor de eerste twee dagdelen opvang een hoop administratieve rompslomp door moeten wostelen. Hoewel er ondersteuning is voor ouders vanuit Peuter & Co, haken ouders toch af. ‘Wij zitten in wijken waar de schuldenproblematiek groot is en waar veel laaggeletterden wonen. Die mensen zien er tegenop om hun hele doopceel lichten om hun kind te kunnen inschrijven voor de peuterschool. Ze hebben wel iets anders aan hun hoofd’, zegt Schiller tegen Binnenlands Bestuur.
Ook middeninkomens
In Amsterdam zijn de verhalen vergelijkbaar, alleen is de verandering daar voor ouders nog groter. Tot dit jaar was de voorschool in Amsterdam namelijk gratis. Ouders zijn er daarom allemaal financieel op achteruit gegaan. Bij kinderopvangorganisatie Impuls zien ze dat 20 procent van de peuters sinds de harmonisatie is afgehaakt. Directeur Otto Heijst zegt in het Parool: ‘Het gaat niet alleen om de minimuminkomens, we zien ook middeninkomens wegblijven, omdat ze het te duur vinden en de administratie te complex is.’ In het artikel komt een basisschooldirecteur aan het woord die vreest dat er meer kinderen met een taalachterstand binnenkomen waardoor er voor leerkrachten straks meer werk aan de winkel is.
Meer vrijheid gemeente
De Amsterdamse onderwijswethouder Marjolein Moorman (PvdA) zegt geschrokken te zijn van de signalen en cijfers. De gemeente zou meer willen doen dan de overheid nu heeft geregeld, bijvoorbeeld door toch weer het volledige bedrag van de voorschool voor doelgroepkinderen te vergoeden. Het Parool meldt dat de gemeente hiervoor al heeft aangeklopt bij de minister van Onderwijs. Vooralsnog stelt het College voor om 7 miljoen euro extra te investeren. Met dat geld moeten de kosten voor de laagste inkomens worden verlaagd, de leeftijd voor voorschoolse opvang bijgesteld van 2,5 naar 2 jaar én het VVE-aanbod uitgebreid van 15 naar 16 uur per week.
In de discussie over het teruglopend bereik van doelgroep-peuters wordt de laatste tijd regelmatig verwezen naar het Buitenhek onderzoek. Uit dit onderzoek zou blijken dat er niks aan de hand is en ‘dus’ dat degenen die anders beweren op basis van eigen waarneming, niet het volledige ‘plaatje’ hebben. Dat zou natuurlijk kunnen, maar het ‘plaatje’ wat in het Buitenhek onderzoek wordt geschetst is sowieso niet een weergave van de werkelijke situatie.
Het is al vrij merkwaardig dat je conclusies verbindt aan gegevens die zijn verzameld voordat de harmonisatie landelijk is doorgevoerd; formeel is immers pas op 1 januari 2018 de verplichting om er op lokaal niveau werk van te maken en flink wat gemeentes zijn dan ook nu pas bezig dat te doen. Niettemin, er zijn ook gemeentes die eerder de harmonisatie hebben doorgevoerd, zoals Rotterdam waar dit al medio 2016 voortvarend werd opgepakt. En wat dan opvalt is dat in eerste instantie er niets aan de hand lijkt.
Bij ons, Peuter & Co in Rotterdam: 70 locaties, 180 groepen, 2600 kindjes dagelijks over de vloer, wisten we in 2016 alle ouders te overtuigen van nut en noodzaak om ook onder de nieuwe voorwaarden hun peuter op de peuterschool te houden. Het aantal ouders dat besloot niet langer gebruik te maken van ons aanbod was op de vingers van 1 hand te tellen. Het kostte ons weliswaar veel tijd, energie en overredingskracht, maar het resultaat mocht er zijn. Dat daarmee wel een slag maar niet de oorlog was gewonnen, bleek pas op het moment dat een substantieel deel van deze groep peuters was uitgestroomd naar de basisschool.
In april 2017, zo’n 8 maanden na de doorvoering van de harmonisatie, stagneerde de instroom en waren ook de wachtlijsten op vrijwel al onze locaties weg. Toen na oktober 2017 het aantal doelgroep-peuters in de stad toenam als gevolg van de nieuwe indicatie-criteria en ook deze groei niet leidde tot een hogere instroom, ook niet bij collega-aanbieders in de stad, werd ons vermoeden bevestigd dat de toegenomen bureaucratie en de gestegen kosten voor ouders uit de laagste inkomensgroepen reden is om hun peuter voortaan thuis te houden. Dat nu in andere steden dezelfde effecten optreden als in Rotterdam, sterkt ons in die overtuiging.
Er is reden genoeg om ons grote zorgen te maken. Ik herhaal nog maar eens wat ik eerder zei: voorschoolse educatie is onderwijs en geen kinderopvang, organiseer het dan ook als zodanig. De voorschool zou eenzelfde vanzelfsprekende voorziening moeten zijn als de basisschool. Maar als dat dan geen haalbare (politieke) kaart is, zorg er dan in ieder geval voor dat er binnen de Wet kinderopvang specifieke aandacht komt voor de voorwaarden waaronder (taal)achterstand effectief kan worden aangepakt. Dat is niet alleen maar een kwestie van wat extra geld, dat is in de eerste plaats een kwestie van sturen op educatieve en pedagogische kwaliteit, geconcentreerde inzet van vakbekwame medewerkers en nadrukkelijke samenwerking met (de onderbouw van) het basisonderwijs.
Hoe zou het niet heerlijk zijn als we kinderopvang uit de Vrije markt halen en net als onderwijs onder staatsverantwoordelijkheid borgen.
We krijgen beslist andere sooortige dilemma’s maar ongetwijfeld meer basis rust voor kinderen.
De papierwinkel voor ouders allerlei drempels zullen verdwijnen. Openbaar christelijk bijzonder..
Geldstromen blijven in onze cultuur circuleren..