Het probleem is dat dit onderdeel (bijvoorbeeld een holding of een personeels-bv) nooit officieel als houder geregistreerd heeft gestaan in het Landelijk Register Kinderopvang. Voor deze medewerkers is bij de invoering van continue screening in 2013 wel degelijk een nieuwe verklaring omtrent gedrag (VOG) aangevraagd, maar daarna zijn zij buiten beeld gebleven. Dit probleem is niet nieuw. Het is één van de redenen geweest om over te gaan op het personenregister kinderopvang.
Coulance in het toezicht
Eigenlijk hadden deze werknemers ook voor 1 maart in het personenregister ingeschreven moeten worden. Omdat werkgevers niet wisten dat zij niet in de overgangsperiode vielen, is dit echter niet gebeurd. Brancheorganisatie Kinderopvang en Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK) hebben dit probleem onder de aandacht gebracht bij het ministerie van SZW, GGD GHOR en de VNG. Zij vragen de partijen om met coulance en maatwerk op te treden bij het toezicht op houders die dit betreft.
Extra kosten
Kinderopvangorganisaties worden opgeroepen om al hun medewerkers in te schrijven in het personenregister. Voor degenen die tot nu toe buiten continue screening fase 1 vielen, dient een nieuwe VOG te worden aangevraagd – deze mag immers bij inschrijving niet ouder zijn dan twee maanden. Dit stelt kinderopvangorganisaties eenmalig voor extra kosten. Brancheorganisatie Kinderopvang noemt het ‘vervelend voor de organisaties die het betreft en daar niet op hadden gerekend’.
Iedereen die werkzaam is in de kinderopvang met een Verklaring Omtrent Gedrag met profiel 60 (onderwijs), 40 (vakantiegezinnen en adoptie) en 45 (gezondheidszorg en welzijn van mens en dier) moet binnenkort een nieuwe VOG aanvragen. Deze profielen zijn per 1 juli 2018 niet langer geschikt voor inschrijving in het personenregister. Lees meer