Kinderopvang de Nissehof moest in 2014 haar deuren sluiten. Dit gebeurde nadat verschillende ouders bij politie, gemeente en GGD melding hadden gemaakt van mishandelingen, bestaande uit te hard verbaal en fysiek aanpakken van kinderen. Met name de directrice werd daarvan verdacht. Zij ontkende alles meteen en de sluiting van de locatie was het gesprek van de dag. Kort na de sluiting ging de locatie failliet. Elf medewerkers verloren hun baan.
Bezwaarschrift
Nu twee jaar later reageert het college op een bezwaarschrift dat was ingediend door de eigenaresse. Ze werd vervolgens gesteund door de Commissie bezwaarschriften van de gemeente, de rechtbank in Roermond en de hoogste bestuursrechter de Raad van State. Deze organen vonden dat er onvoldoende motivering was om de locatie te sluiten. De Raad van State droeg de gemeente op om een nieuwe beslissing te nemen.
Onderbouwing inspectie
De gemeente nam daarop contact op met de GGD. Zij konden onderliggende stukken laten zien waaruit volgens de gemeente wel degelijk genoeg aanleiding in staat om de kinderopvang te sluiten. Deze stukken waren er twee jaar geleden nog niet. Het gaat om verklaringen van GGD-inspecteurs en mailwisselingen tussen de eigenaresse, medewerkers en ouders. De onderbouwing voor het besluit de locatie te sluiten in 2014, was er volgens de gemeente nu wel.
Raad van State
Als de eigenaresse de uitspraak wil veranderen, is er nog één weg om dat te doen: beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in Den Haag. Als de gemeente dan alsnog in het ongelijk wordt gesteld, is de kans op een schadevergoeding voor de eigenaresse groot.