Miriam Hufen is ergotherapeut en gespecialiseerd in Sensorische Informatieverwerking. Ze is verbonden aan scholingsinstituut Anders kijken naar kinderen. Dit instituut is in de RINO-groep Utrecht opgenomen en verzorgd daar nu ook scholingen voor onder andere pedagogisch medewerkers.
Miriam vindt het belangrijk dat we kinderen met een andere bril op gaan zien. ‘Als pedagogisch medewerker zie je soms alleen het gedrag en niet wat daarachter ligt. Soms kan het persoonlijk aanvoelen als een kind heel kwaad op je is, maar dat ligt vaak veel genuanceerder. Misschien heeft dit kind wel een probleem in de prikkelverwerking.’
Wat zijn prikkels?
Maar wat verstaan we nu eigenlijk onder prikkelverwerking? Miriam legt uit: ‘Prikkels zijn heel veel verschillende dingen. Het is eigenlijk alles wat je met je zintuigen waarneemt. Dus wat ruik, voel, zie hoor en proef je? Soms kunnen deze prikkels te veel zijn voor kinderen, maar het kan ook dat een kind veel prikkels mist en daardoor niet weet waarop te reageren. Deze kinderen hebben soms niet door dat er iets tegen ze wordt gezegd of lijken er niet helemaal bij te zijn.’
Overprikkeld of onderprikkeld?
Daarnaast komt het ook voor dat kinderen overgevoelig zijn voor bepaalde zaken. ‘Ze schrikken misschien heftig van geluiden of licht en zullen snel vermoeid raken. Daarnaast zijn er ook kinderen die juist actief opzoek gaan naar prikkels. Ze zitten bijvoorbeeld heel veel aan andere kinderen, willen de hele dag in beweging zijn of trekken bijvoorbeeld al het opgeruimde speelgoed weer uit de kast.’
Volgens Miriam zouden professionals daarom veel meer moeten kijken naar het kind zelf en wat hij of zij nodig heeft.
‘Soms kan het te maken hebben met voorspelbaarheid. Is er iets onverwachts gebeurd waardoor die kleuter nu woedend tegen je uitvalt? Of heeft die peuter wel door dat je hem iets vraag? Het is heel belangrijk om daarachter te komen. Op die manier kun je achterhalen wat deze kinderen nodig hebben om op de groep mee te kunnen komen.’
Wat kun je in de groep veranderen?
Dat betekent volgens Miriam niet dat je gelijk hele grote veranderingen moet aanbrengen. ‘Vaak helpt het al als je alleen al kijkt door de ogen van het kind. Komt dat licht heel hard en onverwachts door de lamellen naar binnen? Of schijnt die tl-balk heel fel? Dan kun je kijken of je deze prikkels kunt verzachten.’
Kinderen die snel overprikkeld zijn, hebben het soms even helemaal gehad. Ze hebben dan een rustig plekje nodig waar ze weer helemaal kunnen opladen. Een afgebakende ruimte waar ze zich veilig kunnen voelen. Dat is soms heel makkelijk te creëren door een tentje of een klamboe op te hangen. Het hoeft niet heel erg ingewikkeld te zijn. Ik zie dat pedagogisch medewerkers vaak zelf met de meest leuke en efficiënte ideeën komen. Het enige wat ik hoef te doen is ze een stukje informatie te verschaffen en ze bewust te maken dat er een behoefte ligt achter het gedrag.’
Doen ze het expres?
Soms lijken kinderen ongeïnteresseerd of zelfs opzettelijk lastig. Maar wat als dat gedrag eigenlijk iets heel anders betekent? Miriam herinnert zich een opvallend moment: een pedagogisch medewerker die haar vertelde over een jongetje dat “expres op haar tenen ging staan” en ‘’zich nooit verontschuldigde.’’ Hij leek nergens zin in te hebben en dit riep vooral irritatie op. Totdat ze verder keek dan het gedrag.
Wat bleek volgens Miriam? ‘Dit kind zat zo slecht in zijn lichaam, dat hij niet voelde dat hij op de tenen van de juf stond. Daarnaast was hij niet ongeïnteresseerd, maar had hij juist veel meer prikkels nodig.
Toen de begeleider zijn behoefte aan meer en sterkere prikkels erkende, en daarop inspeelde, kwam er een compleet ander kind tevoorschijn. Energiek, betrokken en nieuwsgierig.’
Zijn er steeds meer kinderen met een extra zorgvraag?
Het lijkt alsof steeds meer kinderen het lastig vinden om prikkels te verwerken, maar is dit wel zo? Miriam vindt dit een boeiende vraag. ‘Aan de ene kant is er nu heel veel aandacht voor autisme en ADHD, waardoor het misschien ook sneller wordt gesignaleerd. Toch leven we nu in een maatschappij met heel veel afleiding. Alles moet snel en sociale media spelen hierop in.
Dit kan mogelijk ook invloed hebben op kinderen.
De keerzijde is dat alles tegenwoordig een prikkelverwerkingsprobleem genoemd wordt. Op internet wordt vaak geadviseerd om de prikkels zo veel mogelijk weg te halen, maar dat is niet altijd de beste oplossing. Je kunt de prikkels wel verzachten, maar als we het brein hieraan laten wennen, wordt het kind nog gevoeliger. Op de lange termijn creëer je dan gevoeligere kinderen die steeds minder aankunnen.’
Hoe kun je deze kinderen wel helpen?
Wat je als pedagogisch medewerker dan wel het beste kunt doen? Kinderen helpen om al die prikkels te reguleren. ‘Dit doe je ook weer met je zintuigen,’ vertelt Miriam. ‘Bijvoorbeeld door het zingen van een liedje, op schoot nemen, wiegen, aanraken. Stem je af op dit kind en kijk wat het nodig heeft.’
En wat doe je met kinderen die juist meer behoefte hebben aan prikkels? ‘Die kun je op allerlei manieren in beweging zetten’, aldus Miriam. ‘Laat ze helpen met het opruimen van de groep. Zorg voor voldoende beweegmomenten en ga vaak naar buiten. Kijk ook eens hoe je van een statische activiteit een meer dynamische activiteit kunt maken. Want uiteindelijk gaat het er niet om wat wij van een kind verwachten, maar om hoe wij ons afstemmen op wat een kind nodig heeft.’