Het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin voerde het onderzoek uit in opdracht van het Agentschap Opgroeien.

Onderzoek

Dat kinderen steeds later zindelijk worden is inmiddels bekend. In België is onderzocht hoe oud kinderen gemiddeld zijn wanneer zij zindelijk zijn. Wanneer starten ouders met zindelijkheidstraining? En waar krijgen zij waardevolle informatie daarover? Uit het onderzoek blijkt dat voor ouders de kinderopvang de belangrijkste bron van informatie en advies is wat betreft de zindelijkheid van hun kinderen. Twee derde van de ondervraagde ouders kreeg daarover advies vanuit de kinderopvang en een zeer grote meerderheid is hierover erg positief, meldt Het Nieuwsblad.

93,1 procent 3-jarigen zindelijk

Het aantal zindelijke kinderen neemt snel toe naarmate de kinderen ouder worden. Zo is op 2-jarige leeftijd slechts 17,1 procent van de kinderen zindelijk, maar op 2,5-jarige leeftijd stijgt dat al naar 75,7 procent. Van de 3-jarigen is 93,1 procent zindelijk. Een kwart van de zindelijke kinderen heeft nog weleens een ongelukje.

Zindelijkheidstraining

Van de ouders die aan zindelijkheidstraining doen, start de helft voordat het kind twee jaar oud is. Slechts 3,5 procent van de ondervraagde ouders was nog niet gestart met de zindelijkheidstraining toen het kind 2,5 jaar oud was.

Minister Wouter Beke

‘Het onderzoek toont aan dat het zindelijkheidsproces meestal goed loopt en positief ervaren wordt, ook al is zindelijk worden geen evidente fase’, zegt Wouter Beke, de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. ‘Ouders nemen hun rol in dezen met veel gretigheid op, en de kinderopvang speelt ook absoluut een belangrijke rol in de zindelijkheid van peuters waar zij elke dag met veel enthousiasme voor zorgen.’

Beke heeft het agentschap Opgroeien de opdracht gegeven om de bevindingen en aanbevelingen uit dit onderzoek verder te bespreken met de betrokken klankbordgroep die ook meewerkte aan het opmaken van de vragenlijsten.

Beke: ‘We bekijken graag met de minister van Onderwijs, de bevoegde administraties en koepelorganisaties hoe we gezamenlijk de ondersteuning van kinderen en ouders kunnen verbeteren via samenwerking op Vlaams én lokaal niveau.’

Bron: Het Nieuwsblad