Dat meldt Het Financieele Dagblad.
Kinderopvangketen Estro was destijds met zo’n 340 vestigingen de grootste kinderopvang van Nederland. Nadat het in 2014 met veel tumult was omgevallen, beval de bedrijvenrechter in 2019 een onderzoek naar mogelijk wanbeleid op verzoek van de curator. De curator wilde achterhalen of het bestuur bij de verkoop aan Providence voldoende rekening had gehouden met het belang van het kinderopvangbedrijf en of de bestuurders die instemden met de verkoop zich niet door eigenbelang hadden laten leiden.
Nalatigheden
De onderzoekers concluderen in hun verslag dat de bestuurders weliswaar een flink financieel voordeel hadden bij de transactie, maar dat niet is gebleken dat ze zich lieten leiden door eigenbelang. Ze zien wel andere nalatigheden. Zowel het bestuur als de raad van commissarissen hebben in hun besluit het belang van het kinderdagconcern onvoldoende laten meewegen. Daarnaast is het centrale medezeggenschapsorgaan niet juist en volledig geïnformeerd.
Tumultueuze ondergang
De volledige koopsom van € 450 miljoen werd als schuld op de balans gezet van de keten van kindercrèches. Die last bleek voor de onderneming niet te dragen. Twee jaar nadat de Nederlandse investeerder Bencis zijn aandelen in Estro had verkocht, moest de kinderopvang van de ondergang gered worden door nieuwe investeerders. Die kregen de zaak evenmin aan de praat. Twee jaar later viel het bedrijf alsnog om. Duizend werknemers verloren hun baan.
Veel stof opwaaien
De ondergang van Estro deed veel stof opwaaien omdat vele duizenden ouders en kinderen in onzekerheid kwamen. De razendsnelle doorstart onder de naam Smallsteps en moederbedrijf Kidsfoundation zette daarnaast kwaad bloed. Het flitsfaillissement (prepack) werd met succes aangevochten door vakbond FNV, die er een poging in zag om goedkoop van personeel of arbeidsvoorwaarden af te komen.
Bron: Het Financieele Dagblad