De BVOK concludeert uit het jaarlijkse Sectorrapport Kinderopvang dat de kinderopvang aanzienlijk meer financiële problemen heeft dan vergelijkbare bedrijven. De solvabiliteit (het vermogen om schulden af te lossen) ligt 30 procent lager dan het gemiddelde van het Nederlandse mkb. Ruim 20 procent van de kinderopvangbedrijven kent een negatieve solvabiliteit en ruim 30 procent heeft een liquiditeitstekort.
Het herstel na de moeizame jaren na de kredietcrisis gaat nog maar heel langzaam, aldus BVOK-bestuurder Mylan de Groot. ‘De kinderopvang is nog altijd broos en kwetsbaar. De sector is nog altijd niet hersteld van de periode 2011-2014. Een periode waar vraag en omzet met 30 procent daalden, terwijl de lonen bleven stijgen.’
Geen schaalvoordelen
Een belangrijke les van de vorige crisis is volgens de Groot dat de kinderopvang geen schaalvoordelen kent. ‘De beroepskracht-kind-ratio en de cao zijn voor alle kinderopvangorganisaties gelijk. Toch hebben vele organisaties het prijswapen ingezet om de crisisjaren 2011-2014 het hoofd te bieden. Proberen om de goedkoopste te zijn leidt in de kinderopvangsector echter tot liquiditeitsproblemen wat weer leidt tot kwaliteitsproblemen en mogelijk zelfs tot gedwongen verkoop of sluiting. Het is op grote schaal gebeurd, en de gevolgen zijn nog altijd zichtbaar op de balans van de betreffende organisaties.’
De BVOK adviseert haar leden daarom voor een gezonde exploitatie een uurtarief van minimaal € 9 per uur te hanteren. Vanwege de hogere huisvestigingskosten in de Randstad kan er in deze regio nog een euro per uur bijkomen.