Om in de toekomst goede kinderopvang te onderscheiden, wil de Brancheorganisatie Kinderopvang een keurmerk ontwikkelen voor de kinderopvang. Via Bureau Kwaliteit Kinderopvang is er een verzoek ingediend voor een project op dit gebied. Dit zegt Lex Staal in tijdschrift Management Kinderopvang.
Zo’n keurmerk is te vergelijken met het BOVAG-keurmerk voor de autobranche: een stempel van de branchevereniging op de gevel, laat zien dat er kwaliteit wordt geleverd.
Kwaliteitskwadrant
Voordat het keurmerk er is, moet eerst worden gedefinieerd wat kwaliteit in de kinderopvang is. Staal: ‘We moeten op zoek naar nieuwe, heel expliciete definities. Dat willen we doen in het zogenoemde kwaliteitskwadrant, waarbij ondernemers, wetenschappers, ouders en het ministerie (….) hun ideeën bij elkaar brengen.’
Schorsen
In hetzelfde artikel zegt Gjalt Jellesma dat er dan nog wel heel wat veranderen moet in de sector ‘omdat het zelfreinigend vermogen van de sector nul is’. Staal erkent dat een keurmerk alleen waarde heeft als er strikt toezicht wordt gehouden op het keurmerk en er tot schorsing wordt overgegaan als dat nodig is.
Stampgroepregel
Zowel de Brancheorganisatie Kinderopvang als BOinK maakt zich zorgen over de verruiming van de stamgroepregel in het nieuwe convenant. De regel is, op initiatief van het ministerie, zo verruimd dat kinderen gedurende hun hele periode opgevangen mogen worden in meerdere stamgroepen.
Negentien verschillende gezichten
De convenantspartijen zien liever dat alleen tijdelijke opvang in een andere stamgroep is toegestaan om te voorkomen dat een kind met veel verschillende beroepskrachten te maken krijgt. ‘Verruiming van de regel geeft gelegenheid om te duiken’ zegt Gjalt Jellesma. ‘Ik ken voorbeelden waar in een week wel negentien verschillende medewerkers op de groep staan.’
Bron: Management Kinderopvang/ Astrid van de Weijenberg
ANP Photo, Koen Suyk
Veiligheid of kwaliteit? Nog een ‘instrument’ die zich blind staart op kwaliteit maakt dat we nog minder focus hebben op de veiligheid. Elkaar overtreffen op papier en niet waarmaken in de praktijk is zorgelijk. Laten we eerst met elkaar gaan bepalen wat een minimale basis is van veiligheid zodat er geen kindjes in gevaar komen door de verkeerde bezuinigingen. 1 keer per jaar een RI is geen garantie op veiligheid. Wel een garantie op schijnveiligheid en routine. Ik heb enorme passie voor liefde voor het kind, kwalitatief hoogwaardige opvang en de beste kansen voor ontwikkeling. Maar geen van dit alles is mogelijk zonder een garantie op veiligheid.
Dat is mijn inziens een keurmerk waard.
Ik ben het helemaal met Truus eens. Wij hebben 2 kleine kinderdagverblijven en herkennen ons zeker niet in de wisseling die kinderen meemaken m.b.t verschillende beroepskrachten, a. omdat er niet zoveel mensen werken en b. Beleven ouders dit niet zo omdat zij alle medewerkers erg goed kennen. Ik denk dat er dus ook verschil in regelgeving moet zitten wat betreft de grote van een kinderdagverblijf. Want dit is zeker bepalend hoe er gewerkt wordt!
Als je de kinderdagverblijven niet zo massaal maakt zijn er meer vertrouwde gezichten, betere werkomstandigheden zorgt ook voor meer betrokkenheid van de PM-ers en ze zullen zeer beter inzetten.
Zij werken voor het ‘grote’ geld van de directeuren.
kleine kdv’s werkt directeur zelf, meer betrokkenheid.