De bijbehorende zak geld die daar voor nodig is, ontbreekt vooralsnog, maar aan discussie over hoe die kwaliteitsslag gemaakt kan worden geen gebrek. Ik ben blij met die discussie en ik ben blij met de subsidie voor taal- en interactievaardigheden. Veel ouders gaan er van uit dat het met de kwaliteit van de kinderopvang in Nederland wel goed zit. Val ze vooral niet lastig met verhalen over hoe dat is geregeld en wordt getoetst, maar vertel dat je een kwaliteitskeurmerk hebt en een goed rapport van de GGD inspectie, en ze knikken tevreden.  Maar een kwaliteitskeurmerk of een mooi GGD rapport zegt eigenlijk niets over hoe er met de kinderen wordt omgegaan en gecommuniceerd. Hoe een verdrietig kind wordt getroost, wie ziet dat een kind moe of gespannen is, hoe lang het duurt voordat iemand opmerkt dat een baby contact probeert te maken. En ook niet hoeveel tijd hiervoor beschikbaar is.

‘Vertel dat je een kwaliteitskeurmerk hebt en een goed rapport van de GGD inspectie, en ouders knikken tevreden’

Kinderen in de leeftijd van nul tot vier jaar maken soms dagen van meer dan tien uur  in de kinderopvang. Tegelijkertijd vormen die eerste jaren het fundament voor de ontwikkeling van het brein en de totstandkoming van een veilige hechting. De kwaliteit van de aandacht en de interactie tussen het kind en zijn primaire verzorgers, is van essentieel belang voor de rest van zijn leven. Pedagogisch medewerkers zijn medeopvoeders en spelen niet alleen een belangrijke rol in de verzorging maar ook in het aangaan van een duurzame, affectieve relatie. Hoe kunnen zij de kwaliteit bieden die nodig is voor het ontstaan van een veilige hechting en een gezonde ontwikkeling van het kinderbrein? Dit heeft alles te maken met voldoende tijd, het vermogen om sensitief te zijn en de vaardigheid om op het juiste moment de juiste respons te geven.

‘Pm’ers spelen niet alleen een belangrijke rol in de verzorging’ 

In de interactie met een baby betekent dit dat een pedagogisch medewerker zo reageert dat de baby alle prikkels die het in de vorm van horen, zien, ruiken en tast aangeboden krijgt, kan reguleren en verwerken. De (ideale) pedagogisch medewerker moet dus voldoende sensitief zijn voor de signalen en de gevoelens van de baby en in staat zijn om in haar reactie aan de baby terug te geven dat ze deze signalen en gevoelens begrepen heeft.  Met andere woorden, het tot stand brengen van wezenlijk contact en het kunnen nadenken over de intenties, gevoelens en gedachten van jezelf en het kind. Dit klinkt vanzelfsprekend, maar toch blijkt dit in de praktijk nog niet zo eenvoudig en lang niet altijd haalbaar te zijn. Ook niet in de thuissituatie overigens.

Toch ben ik hoopvol. Iedere stap in de goede richting is er één en op de werkvloer maken wij het verschil! Laten we in dit nieuwe jaar kritisch blijven ten aanzien van het beleid, maar ook ten aanzien van onszelf en elkaar en ons bewust zijn van onze cruciale rol in de ontwikkeling van kinderen. 

2016 belooft een interessant jaar voor de kinderopvang te worden. Bekijk 7 nieuwe regels die vanaf 2016 gaan gelden. Lees meer>>