Je neemt die grote verschillen nu al een tijdje waar. Zo ervaar je in de ene groep doorgaans een enorme rust wanneer je er binnenkomt, terwijl het in de andere groep in de regel veel onrustiger is. Je hebt je al vaak afgevraagd of dit te maken heeft met de groepssamenstelling of met de kwaliteit van de pedagogisch medewerkers. Zelfs wanneer er gedegen trainingen worden aangeboden lijken deze op de ene groep een heel ander effect te hebben als op de andere. Het lijkt wel alsof iedere medewerker zo haar ‘eigen ding’ uit een training haalt.
Wees concreet
Hoe komt het nu echt dat iedereen dezelfde training krijgt en er toch verschillende dingen uithaalt? Dat komt omdat het nog te onduidelijk is welk gedrag er op de werkvloer precies wordt verwacht en waarom jullie dit zo belangrijk vinden. Natuurlijk hebben jullie een pedagogisch beleid op papier, maar wat jullie waarschijnlijk minder concreet omschreven hebben, is om welk concreet gedrag dat beleid precies vraagt.
Als er staat ‘wij baseren onze werkwijze met baby’s op het gedachtegoed van Emmi Pikler’ zegt dat nog weinig concreets. Wanneer ik als pedagogisch medewerker een training vanuit Pikler krijg, zal ik daar vervolgens vooral elementen uithalen die mij persoonlijk aanspreken, maar heb ik ook de vrijheid om dingen weg te laten ‘waar ik niet zoveel mee heb’. Nog steeds niet erg concreet dus. Ook de zin ‘bij ons staat ieder kind centraal’ vertelt mij niets over hoe ik dat dan vervolgens zou moeten doen.
‘Wanneer een beleid eenmaal vertaald is in concrete gedragsindicatoren en is toegespitst op de verschillende leeftijdscategorieën, is het voor iedereen duidelijk welk gedrag er past bij de doelgroep én bij jullie organisatie’
Specificeer naar doelgroepen
Wil je meer gelijkmatigheid in de werkwijze, dan zul je specifieker moeten beschrijven welk gedrag je op de werkvloer graag wilt zien. Uitgewerkte gedragsindicatoren geven pedagogisch medewerkers houvast, omdat ze concreet kunnen lezen wat er van ze wordt verwacht. Daarbij vraagt de toepassing van een pedagogisch beleid ook om specificering naar de verschillende doelgroepen. Een baby geef ik per slot van rekening op een andere manier ruimte om te ontdekken en te onderzoeken dan een zevenjarige.
Wanneer een beleid eenmaal vertaald is in concrete gedragsindicatoren en is toegespitst op de verschillende leeftijdscategorieën, is het voor iedereen duidelijk welk gedrag er past bij de doelgroep én bij jullie organisatie. Naast houvast in de werkwijze heb je hiermee ook meteen iets concreets in handen waar je naartoe kunt werken. Meer eenduidigheid in de werkwijze ontstaat dus bij concretisering van jullie pedagogisch beleid en om een toespitsing op de doelgroep.
Wat goed dat iemand eindelijk publiekelijk woorden geeft aan dit fenomeen. Dank daarvoor Judith Kuiten! Als beleidsadviseur kinderopvang heb ik al zo’n 10 jaar geleden een methode /schrijfstijl ontwikkeld om alle vage begrippen om te zetten in concrete handelingen die van pm-ers verwacht worden.
Het mes snijdt aan twee kanten: heldere en toetsbare implementatie van beleid in het belang van de organisatie, prettig leesbare teksten voor pm-ers op bij voorkeur 1 A-4. Snel weten wat er van je verwacht wordt als pm-er en dit ook toe kunnen passen!