Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Blog José Goes – Geitjes

‘Zullen we bij de geitjes gaan kijken?’, vraag ik aan de kinderen. We zijn aan het buiten spelen. ‘Ja!!!’, roepen ze allemaal! Tes en Amélise stappen meteen van hun fiets af. ‘Tes, wil jij het mandje met brood meenemen?’ Tes wil dat wel! ‘Mees, wil jij het bakje met appelschillen dragen? Dat vinden ze ook heel lekker.’ Mees pakt het bakje aan.
blog-jose-goes-geitjes
Foto: José Goes

‘Gaan jullie ook mee Mara en Lize?’ Mara komt meteen aangerend. Lize is met het zand aan het spelen. Ze kijkt op, kijkt om zich heen. Iedereen is weg! Ze komt ook aangewandeld. Mees kijkt in het mandje van Tes. ‘Ik mag deze vasthouden’, zegt Tes en kijkt mij aan. ‘Ja, jij mag het mandje vasthouden. Dat doe je heel goed!’, zeg ik.

We lopen richting hekje dat ons naar de geitjes leidt. Mara is al bij het hekje en komt weer teruggelopen. Ze loopt naar Mees. ‘Vasthouden?’, vraagt ze aan Mees. Ze kijkt naar het bakje met appelschillen. ‘Jij mag!’, zegt Mees en geeft het bakje met appelschillen aan Mara. Mara kijkt gebiologeerd naar wat er in dit bakje zit. ‘Appelschilletjes!’, zegt Mara. ‘Dit zijn appelschilletjes!’ ‘Ja!’, zegt Mees. ‘Dat is lief van jou Mees!’, zeg ik tegen Mees. Mees lacht. We gaan het hekje door. ‘Dat vinden de geitjes zo lekker!’, zegt Mara. ‘Ja, dat vinden de geitjes lekker! De broodjes ook hè!?’, zeg ik. Tes houdt het mandje goed vast!

De geitjes staan luidkeels bij het hek te wachten. Het lijkt wel of ze ons roepen! Ze kunnen niet wachten tot wij het lekkers aan ze gaan geven. ‘Zullen we het mandje brood en de appelschillen hier neer zetten? Dan kan iedereen een stukje brood of appelschilletje pakken en die aan de geitjes geven.’ Tes weet niet zo goed waar ze het mandje neer moet zetten. ‘Zullen we het hier neer zetten?’ Ik wijs nu duidelijk een plek aan voor het hek van de geitjes. Met een ernstig gezicht zet Tes het mandje op de aangewezen plek. Mara zet het bakje met schilletjes ernaast. Lize pakt als eerste een stukje brood en loopt naar het hek waar de geitjes wachten. Ze geeft het stukje brood aan een geitje.

Ondertussen gooit Amélise stukjes brood over het hek heen. Mees schuift de schilletjes door het gaas heen. Het valt op de grond maar al snel eet een geitje het op. Lize is gestopt met het brood geven aan de geitjes. Ze kijkt wat alle kinderen aan het doen zijn. Mara pakt een hand vol met stukjes brood en gooit het door het gaas naar de geitjes ‘Dat vinden ze allemaal wel lekker hè!?’, zeg ik. Tes staat op een afstandje te kijken. ‘Wil je ook een broodje geven, Tes?’ Tes schudt nee. Ze komt naast mij staan. Ze kijkt liever. Ook goed! Lize kijkt haar ogen uit. Ze loopt naar Amélise toe en kijkt hoe de geitjes die ze voert alles opeten.

Mara pakt het lege mandje. ‘Ik ga ‘m vasthouden’, zegt ze. Mara loopt terug naar het hekje. ‘Mara, blijf je nog even hier? We gaan zo nog bij de bloesem kijken van de fruitbomen.’ Amélise is nog druk de geitjes aan het voeren, samen met Mees. Al het brood en de schillen zijn op! ‘Zullen we bij de bloesem gaan kijken? Kom maar aan deze kant lopen’, zeg ik. ‘Lize, ga je mee?’

‘Een geitje knabbelt aan z’n jas. ‘Hé!’, zegt Mees’

We lopen over het gras waar wat kuilen in zitten. Lize loopt heel voorzichtig. Ze valt op haar billen. Ik help haar overeind. Aan de hand lopen we samen naar de boom waar bloesem aan zit. ‘Ik denk dat de appeltjes wel gegroeid zijn’, zegt Amélise als we naar de boom wandelen. ‘We gaan kijken, Amélise!’, zeg ik. ‘Kijk!’ Ik wijs naar de boom. ‘Bloesem!’, zegt Mees. ‘Zie je dat?’ ‘Ja!’, zegt Mees. ‘Wat komt er uit de bloesem?’ ‘Appels’, zegt Amélise. ‘Aan die boom komen appels.’ Ik wijs naar een boom waar net wat blaadjes aan komen groeien. ‘Aan deze boom waar de bloesem aan zit, komen perziken. Zullen we eens bij de appelboom gaan kijken?’, zeg ik. We lopen naar de appelboom. ‘Wat zien we aan de takken van de appelboom?’, vraag ik. ‘Bladeren!’, roept Amélise. ‘Ja, heel goed! Moet je kijken, hier komen al knoppen van de bloesem in. De knoppen zijn nog heel klein!’ Tes kijkt aandachtig naar de tak van de appelboom.

Amélise staat bij een paar takken die de grond uit komen. ‘Is dit ook een appelboom?’, vraagt Amélise. ‘Nee, dat is een frambozenstruik. Daar groeien over een poosje frambozen aan’, zeg ik. ‘Daar zitten ook knopjes aan’, zegt Amélise. ‘Dat klopt, daar komt straks ook bloesem in en uit de bloesem komen frambozen.’ Tes kijkt en luistert aandachtig. Lize voelt aan de takken. ‘Zie je dat Lize? Allemaal blaadjes.’

Ondertussen valt Mara op haar billen. Ze stapt in een kuil in het gras. Ze staat weer op. Mees staat met z’n rug naar het hok van de geitjes. Er wordt getrokken aan Mees z’n jas. De geitjes zijn achter het hek met ons meegelopen. Een geitje knabbelt aan z’n jas. ‘Hé!’, zegt Mees en draait zich om. De geitjes staan met de poten tegen het gaas. Ze snuffelen aan onze handen. De geitjes hebben door dat we geen eten meer voor ze hebben en lopen weg. ‘Zullen we ook weer terug lopen? Kunnen we nog even fietsen voordat we gaan eten.’ We lopen weer terug door het hekje heen. Lize loopt weer naar de zandtafel, Tes stapt weer op de fiets. Iedereen gaat weer verder waar ze gebleven waren!

Natuurkunde in de gastouderopvang: regen maken

We zitten aan tafel. ‘Wat voor weer is het buiten?’, vraag ik aan de kinderen. Mees en Amélise kijken naar buiten… ‘Het regent!’, roept Mees. ‘Ja, het regent buiten’, zeg ik. ‘We gaan binnen ook regen maken.’ ‘Nu of straks?’, vraagt Tes. ‘Nu! We gaan nu regen maken en dat doen we binnen.’ Alle kinderen hebben een potje met een spons erop voor hun neus staan. Lees ook dit avontuur van gastouder José Goes

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.