Al bij het binnenkomen op de vroege ochtend stelt hij zijn eerste vraag: ‘Hoe heet jouw broek?’ Mijn hersenen beginnen langzaam warm te draaien. Wat bedoelt hij? De kleur? Het soort kledingstuk? Het merk? Mijn nog wat slaperige hoofd antwoordt: ‘Spijkerbroek. Een blauwe spijkerbroek.’
Dat was het enige juiste antwoord, want Vince begint te stralen. Hij wijst vervolgens naar zijn eigen broek en die van papa. We dragen allemaal een spijkerbroek! De dag kan beginnen. Saartje (1) komt binnen en de papa van Vince ziet zijn kans schoon om naar zijn werk te gaan.
Een paar weken geleden kon ik nog op beginnersniveau de boekjes door. Het enige wat ik moest weten was wat er op het plaatje stond. Maar tegenwoordig wordt ieder detail opgemerkt en is het niet meer voldoende om te weten wat het soort voertuig is, maar vooral het merk. En Jeanette… Oké, dat is een vlinder, maar hoe heet die dan? En hoe heet die boom, die bloem, die slak, die auto…
‘De dagen dat hij er niet is, lees ik me tegenwoordig vast een beetje in’
Ik kan je verzekeren dat het met mijn algemene ontwikkeling erg goed gaat, sterker nog… Die gaat met sprongen vooruit! De dagen dat hij er niet is, lees ik me tegenwoordig vast een beetje in.
’s Avonds, met mijn beentjes omhoog op de bank, bedenk ik me hoe mooi het is om te zien hoe leergierig dit mannetje is. Hoe hij als een spons de informatie in zich opneemt. Wat een snelle ontwikkeling maakt hij door en wat fijn om hier een rol in te mogen spelen.
De volgende werkdag voel ik me goed. Kom maar op Vince…
Komt hij prompt na mijn antwoord op zijn eerste vraag met de volgende ingewikkelde peuterkwestie: ‘Jeanette…waarom?’