In totaal maken in Nederland zo’n 150.000 kinderen gebruik van de gastouderopvang, volgens cijfers van het CBS. Toch zijn er nog maar zo’n 31.000 gastouders. En jaarlijks worden dat er minder. Wat is de reden voor deze afname?
Noodzaak
BNR sprak met BOinK-voorzitter Gjalt Jellesma. Volgens hem is het belangrijk dat de gastouderopvang overeind blijft. ‘Voor bepaalde ouders is de gastouderopvang echt een noodzaak’, stelt hij. Hij betwijfelt of de afname van het aantal gastouders alleen ligt aan de genoemde factoren: strengere eisen en hoge kosten. ‘Ik denk dat het ook met de vergrijzing te maken heeft. Dat horen wij ook van de grotere gastouderbureaus. Die hogere eisen, zijn jaren geleden al ingegaan. Die zijn bovendien nog steeds wat betreft kwaliteitseisen lager dan in gewone kinderopvang.’
Transparantie
Jellesma pleit voor meer transparantie door gemeenten over de hoogte van de leges die ze eisen van beginnende gastouders. ‘Er zijn hele vreemde verschillen tussen de leges die gastouders moeten betalen. Dat kan eigenlijk niet.’ Kosten die beginnende gastouders moeten betalen voor de inspectie door de gemeente, waarbij de locatie voor het eerst gecontroleerd wordt, lopen uiteen van 0 tot 760 euro per gemeente. Jellesma maakt zich zorgen over die bedragen, en de redenen die gemeenten geven voor de hoogte van het bedrag, en wil dat gemeenten transparanter worden. ‘Gemeenten moeten verklaren waarom leges een bepaalde hoogte hebben. Laten we zorgen dat mensen met minder kosten geconfronteerd worden, of in ieder geval met kosten die verklaarbaar zijn.’
Serieus
‘Het vak moet echt serieuzer genomen worden’, besluit Jellesma. ‘In die zin, dat de rijksoverheid, die allerlei slagen gemaakt heeft met de andere vormen van kinderopvang, dit ook met de gastouderopvang doet.’