Zeedyk doet al 25 jaar onderzoek naar het gedrag van baby’s en hun vermogen om contact te maken. Momenteel is ze verbonden aan de Schotse universiteit van Dundee en heeft ze zich gespecialiseerd in de ontwikkelingspsychologie. Haar opvatting is dat de invloed van nurture (opvoeding) groter is dan nature (aanleg).
Gezicht aflezen
Vaak krijgen ouders het advies om hun kind de eerste zes maanden met het gezicht naar de opvoeder in de kinderwagen te zetten. Daarna is het tijd om de zitting te draaien, zodat het kind de wereld kan zien. Maar Zeedyk ziet dit anders. ‘Baby’s kunnen niet begrijpen wat ze zien, zonder dat hun verzorger het hun uitlegt. Verschillende studies hebben uitgewezen dat baby’s heel precies de gezichten van hun ouders aflezen. Daaruit begrijpen ze wat veilig is en wat eng is.’
Meer praten
Een ander voordeel is, dat verzorgers veel meer met hun kind praten als ze het gezichtje zien. Dat zou zelfs meer dan twee keer zijn. ‘Hoe meer een verzorger met een kind praat, hoe sterker de band wordt’, zegt Zeedyk in het Algemeen Dagblad. ‘Dat contact is ongelooflijk belangrijk.’
Eerste jaren
De Amerikaanse benadrukt in de krant hoe groot de invloed van de eerste levensjaren van een kind is op hoe het zich verder ontwikkelt. Ze verwijst daarbij naar een onderzoek uit 2011 van de Amerikaanse econoom James J. Heckman. Hij liet zien dat een school vrij weinig invloed heeft op de verdere leerweg van een kind. De kinderen die op hun derde het beste presteerden, zaten op hun achttiende nog steeds in de top. ‘Alle moeite die leraren en leraressen in de kinderen hadden gestopt, bleken dus weinig effect te hebben’ aldus Zeedyk. Volgens haar wordt het verschil veel eerder gemaakt, als kinderen tussen de nul en de drie jaar oud zijn.
Bron: ANP
ANP Photo, Marcel Antonisse