Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Klanten kinderopvang zijn iets minder gaan werken

Ouders die in 2011 klant waren bij de kinderopvang, werken vandaag de dag iets minder uren. Moeders werken nu gemiddeld 1,6 uur minder per week. De arbeidsduur van vaders nam af met 0,7 uur bij de dagopvang en 1,4 uur bij de buitenschoolse opvang. De daling is het grootst bij moeders in gezinnen die geen kinderopvang meer afnemen. Toch is er geen sprake van een grote afhankelijkheid van kinderopvang. Slechts 2 tot 3 procent van de ouders is minder gaan werken omdat ze minder kinderopvang afnamen.
Klanten kinderopvang zijn iets minder gaan werken
Foto: ANP

Deze cijfers komen uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken. Minister Lodewijk Asscher werd afgelopen voorjaar op zijn vingers getikt door de Rekenkamer omdat hij het verband tussen de bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag en de schommelingen op de arbeidsmarkt nooit had aangetoond. De minister beloofde beterschap en gaf het SCP opdracht om de keuzes die ouders maken ten aanzien van opvang en werk in beeld te brengen.

Minder uren

De uitkomsten van het onderzoek, waar 4600 ouders aan deelnamen, bevestigen enigszins wat Asscher vaak zegt: ‘De vraaguitval in de kinderopvang heeft nauwelijks effect op de arbeidsmarktparticipatie van ouders.’ Toch is die conclusie wel wat kort door de bocht. Ouders zijn wel degelijk iets minder gaan werken de afgelopen jaren. Ouders van gezinnen die in 2011 nog kinderopvang afnamen en deze (gedeeltelijk) stop zetten zijn minder actief op de arbeidsmarkt. Een kwart van de vaders is minder gaan werken. Iets minder dan de helft van de moeders is minder gaan werken nu ze (bijna) geen dagopvang meer afnemen. Moeders die de bso hebben stopgezet werken zelfs in twee van de drie gevallen minder. Moeders vinden dat werk en zorg hierdoor uit balans zijn geraakt.

Ontslagen

De oorzaak van minder werken is meestal ontslag van één van de ouders. Bijna de helft van de ouders noemt dit als voornaamste reden. Nog eens drie op de tien vaders en moeders ging op eigen initiatief minder werken of stopte omdat ze meer zelf voor het kind wilden zorgen, de combinatie werk/zorg te zwaar vonden of hun werk niet leuk. Eén op de zeven ouders die nu minder werkt dan in 2011, noemt het wegvallen van kinderopvang als de reden om minder te werken. Dat komt neer op slechts twee à drie procent van alle ouders.

Ouders werken, ondanks de vraaguitval in de kinderopvang, vrolijk door, zegt minister Asscher. Nee, zeggen Abvakabo FNV en Stichting Voor Werkende Ouders. Ouders werken wel degelijk minder uren om de dure kinderopvang te compenseren. Lees meer

Kinderopvang te duur

Waarom zeggen ouders de kinderopvang op? Het antwoord is in de meeste gevallen: omdat het te duur werd. Dit antwoord geven ouders die minder kinderopvangtoeslag krijgen dan voorheen en ouders die moeilijk rond kunnen komen omdat hun huishoudinkomen is gedaald. Maar werkloosheid is ook een veelgenoemde reden waarom ouders afzien van kinderopvang. Dit noemden twee à drie op de tien ouders.

In- en uitstroom

SCP berekende ook het verschil tussen in- en uitstroom van het aantal kinderen met recht op kinderopvangtoeslag. De instroom van het aantal kinderen ligt al jaren lager dan de uitstroom. In 2011 kregen nog 120.000 nieuwe kinderen kinderopvangtoeslag voor dagopvang. In 2013 was dit nog maar 94.000 procent. Voor de bso nam dit af van 91.000 kinderen in 2011 naar 76.000 in 2013. Minder kinderen hebben recht op kinderopvangtoeslag gekregen omdat het is gekoppeld aan het aantal uren van de ouder die het minste werkt. Bovendien verdween in 2013 de kinderopvangtoeslag voor ouders in de hoogste inkomenscategorie.

Lees hier het onderzoek ‘Krimp in de kinderopvang. Ouders over kinderopvang en werk.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.