Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Zo werkt Curaçao aan brede scholen

Zes scholen en kindcentra op Curaçao zijn met een pilot gestart om samen brede scholen te vormen, met een doorgaande ontwikkelingslijn vanaf de voorschool, het basisonderwijs (funderend onderwijs) tot naschoolse educatie. Hoe gaat dit in z’n werk? Dit is deel 1 van een serie over brede scholen in Caribisch Nederland.

Waar we in Nederland al langer bouwen aan intensieve samenwerkingen tussen scholen en kinderopvang, is het vormen van brede scholen met een doorgaande ontwikkelingslijn een relatief nieuw begrip op Curaçao. Maar het idee om brede scholen te realiseren bestaat al langer, vertelt Lizette Sambo-Velder. Lizette is sectordirecteur cultuur en sport, onderdeel van het ministerie van OWCS (Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport) op Curaçao. Zij heeft kinderopvang (waaronder voorschoolse educatie en naschoolse opvang) in haar portefeuille: ‘We hebben inspiratie opgedaan bij de brede scholen in Nederland en op Bonaire. We hebben gekeken hoe zij samenwerken om een integraal kindcentrum te vormen. We hebben al heel lang het idee om daar ook op Curaçao mee aan de slag te gaan, en sinds 2020 geven we praktisch vorm aan deze plannen.’

Zes pilotscholen

Basisscholen en kindcentra die interesse hebben om een brede school te worden, konden zich inschrijven. ‘We hebben zes scholen uitgekozen om de pilot mee te starten en om te vormen tot brede scholen. De scholen hebben we uitgekozen op ligging (verspreid over het eiland), op de buurt waar ze in liggen en welke maatschappelijke functie ze daar (kunnen) vervullen, en ook qua ligging ten opzichte van een voor- of naschoolse opvang. Voor een goede samenwerking is het van belang dat de kinderopvang geografisch in de buurt ligt.’

Ambities brede samenwerking

De zes pilotscholen werken allen een plan uit, waarin ze hun ambities voor een brede samenwerking met andere partijen opschrijven. Er is inmiddels vanuit de politiek beleid voor het vormen van brede scholen, maar nog geen wetgeving. ‘Dit beleid wordt geïmplementeerd op de pilotscholen’, vertelt Lizette. ‘Zij moeten aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zo is het belangrijk dat de kinderopvang en het onderwijs vanuit één plek worden gefaciliteerd. Dat kan in één gebouw zijn, maar soms staat een school ook naast de kinderopvang: zo kunnen de kinderen gemakkelijk van het ene naar het andere gebouw lopen. Er moet een plan zijn voor een doorlopende ontwikkelingslijn waarin alle partijen samenwerken in het belang van het kind. Het aanbod van de leerstof moet gecommuniceerd worden, maar ook de activiteiten en de voortgang van de leerlingen.’

Samen meer bereiken

De zes scholen zijn enthousiast. ‘Zij zien volop kansen om samen te werken. Door samen te werken, kunnen ze ook meer bereiken. Door goede communicatie tussen de samenwerkende partijen weten leerkrachten én medewerkers op de kinderopvang wat er speelt bij een kind, thuis, op school of op de kinderopvang. Zo kunnen deze kinderen, waar nodig, beter begeleid worden.’

Cultuur- en sportcoaches

Een belangrijk onderdeel van de vorming van brede scholen is het samenbrengen van partners buiten de scholen en kinderopvang. ‘Binnenkort wordt er gestart met het opleiden van cultuurcoaches om binnen brede scholen te gaan werken. Deze coaches hebben als opdracht om kennis van onze cultuur en onze geschiedenis naar brede scholen te brengen. Een didactisch instrument dat binnen de ambitie om kunst en cultuur dichter bij het curriculum te brengen middels een integrale aanpak, is bijvoorbeeld een themakist. Momenteel wordt er gewerkt aan twee themakisten: een gaat over de helden van Curaçao. Niet alleen over de helden uit de (recente) geschiedenis, maar ook: wie is er voor de kinderen een held? De moeder, of een buurman bijvoorbeeld. Kinderen leren dat ook zij een held kunnen zijn: voor zichzelf, voor familie, voor hun buurt of land. We willen dat kinderen van hun geschiedenis afweten, de normen en waarden leren van onze cultuur en zo opgroeien tot bewuste burgers die oog hebben voor de maatschappij.’

De tweede themakist gaat over wellness. Een gezonde leefstijl. ‘Met aandacht voor de fysieke, spirituele en mentale gezondheid’, legt Lizette uit. ‘Daarbij speelt sport ook een belangrijke rol. Hiervoor zullen sportcoaches structureel in het programma ingezet worden. Samen met de cultuurcoaches werken zij straks samen met brede scholen rondom thema’s, om zo een integraal curriculum te vormen.’

‘It takes a village’

Lizette werkte ooit als leerkracht en zag hoe het ook anders kon: de school was alleen met het kind bezig; de ouders en de buurt rondom de school werden niet betrokken. ‘Maar: it takes a village to raise a child. Als we samen communiceren, kunnen we vroegtijdig talenten maar ook ontwikkelingsachterstand signaleren’, vertelt Lizette. ‘We kunnen het kind de juiste begeleiding bieden, waardoor het zich optimaal kan ontwikkelen. Als elk kind zich tot zijn of haar volle potentie ontwikkelt, krijg je een betere samenleving. Ouders worden nu meer betrokken, maar ook de buurt waarin de brede school staat. En dat zie je: vanuit de buurten komen prachtige initiatieven, zoals maaltijdvoorzieningen.’

Met de succesvolle pilot hoopt Lizette ook andere scholen te ‘prikkelen’ om op deze manier samen te gaan werken. ‘Onze beleidsafdeling werkt nu aan kwaliteitseisen voor naschoolse educatie/brede scholen. We hopen dat andere scholen het brede school-concept gaan adopteren, eigen maken.’

Kwaliteitseisen naschoolse educatie/brede scholen

De kwaliteitseisen waaraan naschoolse educatie/brede scholen moeten voldoen zijn kwaliteitseisen voor de activiteiten, kwaliteitseisen binnen en buiten het klaslokaal en kwaliteitseisen ten aanzien van interactie tussen de medewerker en het kind.

Kwaliteitseisen activiteiten

  1. Het pedagogisch beleid is helder;
  2. De dagroutine is flexibel en biedt genoeg veiligheid en onafhankelijkheid en stimulansen aan om aan de behoeftes van alle kinderen en jongeren te voldoen.
  3. De kinderen en jongeren kunnen kiezen uit een breed spectrum aan activiteiten.
  4. De activiteiten weerspiegelen het oogmerk van het programma en stimuleren de ontwikkeling van alle kinderen en jongeren.
  5. Er zijn voldoende materialen om de programma-activiteiten te ondersteunen.

Kwaliteitseisen BINNEN en BUITEN

  1. De binnenruimte voldoet aan de behoeftes van kinderen en jongeren (kleurrijk, materiaal binnen hun bereik, voldoende ruimte, niet gevaarlijk).
  2. De binnenruimte maakt het voor de kinderen en jongeren mogelijk om initiatieven te nemen en hun interessegebieden te verkennen.
  3. De buitenruimte voldoet aan de behoeftes van kinderen en jongeren en de toestellen maken het mogelijk om onafhankelijk en creatief te zijn.
  4. Veilige omgeving creëren ten aanzien van persoonlijk, emotioneel en sociale veiligheid

Kwaliteitsverbetering kwaliteitseisen t.a.v. interactie

  1. De medewerkers gaan met alle kinderen en jongeren op een positieve manier om (open, eerlijk met respect, stimulerend, nivellerend).
  2. De medewerkers spelen op gepaste wijze in op de individuele behoeftes van de kinderen en jongeren.
  3. De medewerkers stimuleren de kinderen en jongeren om keuzes te maken en meer verantwoording te nemen.
  4. De medewerkers gaan zo met de kinderen en jongeren om dat zij in hun ontwikkelingsproces worden gesteund.
  5. De medewerkers bezitten de juiste opleiding, denk -en werkniveau (min. mbo/sbo)
  6. De medewerkers gebruiken positieve methodes om het gedrag van kinderen en jongeren te sturen. De kinderen en jongeren gaan positief met elkaar om respectvol en harmonieus.
  7. Medewerkers en gezinsleden gaan positief met elkaar om, de medewerkers zorgen ervoor dat de gezinsleden zich welkom en prettig voelen.
  8. De medewerkers werken harmonieus, met respect en coöperatief samen om aan de behoeftes van de kinderen en jongeren te voldoen.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.