Op de groepen in de kinderopvang wordt regelmatig voorgelezen. Zowel managers als pedagogisch medewerkers vinden dit leuk én belangrijk, blijkt uit het onderzoek Voorlezen in de kinderopvang 2020. Voor het onderzoek, dat werd uitgevoerd door Kantar, werd een vragenlijst uitgezet onder 93 managers en 330 pedagogisch medewerkers van kinderopvanginstellingen.

Taalstimulering

Het voorlezen wordt vooral belangrijk gevonden voor de taalstimulering van kinderen, het creëren van een rustmoment in de groep en voor het plezier dat kinderen eraan beleven. Ruim drie kwart van de pedagogisch medewerkers bereidt het voorlezen eerst voor. Vaak wordt er interactief voorgelezen.

Voorlezen in het beleidsplan

Hoewel het gros van de ondervraagden voorlezen belangrijk vindt, is er niet altijd (voldoende) aandacht voor voorlezen in het beleidsplan van een kinderopvangcentrum. Driekwart van de kinderopvangorganisaties heeft geen apart voorleesplan en de helft heeft voorlezen niet opgenomen in het beleids- of werkplan. Bij een derde is voorlezen in geen enkel plan opgenomen.

Deskundigheid pedagogisch medewerkers

In het onderzoek was speciaal aandacht voor deskundigheid van pedagogisch medewerkers als het gaat om voorlezen. Zij blijken vooral behoefte te hebben aan ondersteuning bij het stimuleren van ouders om thuis te lezen, het signaleren van laagtaalvaardige gezinnen en het rekening houden met taalverschillen tussen kinderen.

BoekStart

Via het programma BoekStart in de kinderopvang wil Stichting Lezen, in samenwerking met de bibliotheeksector, de leescultuur in kinderopvangcentra versterken. Dat werpt zijn vruchten af. Op instellingen met BoekStart is (voor)lezen vaker opgenomen in beleids- en voorleesplannen. Ook is bij deze kinderopvangorganisaties vaker een (voor)leescoördinator aanwezig. Gerlien van Dalen, directeur Stichting Lezen, legt uit waarom een opname van leesbevordering in het beleidsplan van belang is: ‘Op deze manier hangt het effect van (voor)lezen niet alleen af van individuele enthousiaste medewerkers, maar maakt het onderdeel uit van de vaste manier van werken. Een (voor)leesplan geeft houvast bij de inrichting van leesbevordering binnen de kinderopvang en school en waarborgt de structurele uitvoering ervan.

Aanbevelingen van Stichting Lezen:

Op veel kinderopvanglocaties is een flink aantal zaken met betrekking tot leesbevordering al goed op orde, maar er is ook ruimte voor verbetering. Daarom zijn er een aantal aanbevelingen opgesteld:

• Zet in op het opnemen van leesbevordering in het pedagogisch beleids- of voorleesplan;
• Zet in op het versterken van de rol van de voorleescoördinator;
• Zet in op het voorlezen aan baby’s;
• Zet in op de expertise van (aankomende) pedagogisch medewerkers;
• Zet in op ouderbetrokkenheid;
• Zet in op een goede leesomgeving;
• Zet in op een kwaliteitsslag binnen het programma BoekStart.