
Adviesbureau Buitenhek vermeldt dit in een nieuwsbericht. Het geld wordt verdeeld op basis van het schoolgewicht van een gemeente. Het schoolgewicht wordt bepaald door het aantal potentiële kinderen met een (taal)achterstand. Dat percentage wordt dan weer gebaseerd op het aantal laagopgeleide ouders in een gemeente. Middelgrote en kleine gemeenten krijgen in 2017 per schoolgewicht een aanvullend bedrag van € 125,89.
Schoolgewichten
Daarnaast stelt Dekker een minimumbedrag in voor gemeenten met een lager schoolgewicht dan 15. Zij hebben hoe dan ook recht op minimaal 48.000 euro. Dat bedrag krijgt een gemeente met een laag schoolgewicht van bijvoorbeeld 2 en ook een gemeente met een schoolgewicht van 14. Gemeenten met een schoolgewicht van 0, krijgen geen middelen. Dekker heeft het minimumbedrag op 48.000 euro ingezet, omdat daarmee één VVE-groep kan worden bekostigd. Overigens zijn de schoolgewichten nog altijd gebaseerd op gegevens uit 2009.
De G86-gemeenten raken per 2017 de extra middelen kwijt die ze afgelopen jaren kregen om VVE-medewerkers te toetsen en scholen in taalniveau 3F. Deze middelen worden overgeheveld naar de kleinere gemeenten, zodat ook zij bij hun VVE-pm’ers taalniveau 3F kunnen gaan realiseren. Lees meer
Opleidingsniveau ouders
2017 wordt een overgangsjaar naar een nieuwe bekostigingssystematiek voor de OAB-middelen (onderwijsachterstandenbeleid). Het Centraal Bureau voor de Statistiek is bezig met een onderzoek naar de invloed van verschillende indicatoren op (taalachterstand). Hij verwacht dat het opleidingsniveau van ouders een belangrijke voorspeller zal blijven. Gemeenten waar de schoolgewichten sinds 2009 flink zijn gedaald, moeten vanaf 2018 dan ook rekening gaan houden met een daling van het beschikbare OAB-budget.
Verdeling gemeenten
Hierbij de tabellen van Buitenhek. Hierin staan de extra middelen die niet-G37gemeenten gaan ontvangen in 2017. Deze bedragen zijn exclusief de extra middelen voor taalscholing naar 2F en 3F.