Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Reportage: ‘De kinderen en de dieren groeien hier samen op’

De schapen blaten luidkeels in de weide naast ’t Hooibergje in Schaijk. ‘Ze zijn wat luidruchtig omdat ze denken dat mijn vader ze komt voeren’, vertelt Annemiek van Maren lachend, terwijl ze het beveiligde hek van de dagopvang opent. Annemiek is, samen met haar zus Martje, eigenaar van ’t Hooibergje, een agrarische kinderopvangorganisatie in Noord-Brabant die wordt omlijst door een weids, glooiend landschap met uitgestrekte weilanden en maïsvelden.
Kinderdagverblijf Het Hooibergje
Kinderdagverblijf Het Hooibergje. Foto: Kiki Groot

De locatie is letterlijk een hooiberg. Gemaakt van donker hout met daarbovenop, onder een rieten dak, stapels hooibalen. ‘In de omgeving zijn verschillende hooibergen gebouwd’, vertelt Annemiek. De eigenaars mochten zelf kiezen wat ze met die hooibergen zouden doen. Die keuze was voor boerendochters Annemiek en Martje gemakkelijk: er zou een agrarische kinderopvang in komen; een nevenactiviteit bij het boerenbedrijf van hun vader.

Agrarische identiteit

Hoewel ‘boer Frans’, zoals de kinderen hem noemen, zijn boerenbedrijf in de loop der jaren flink heeft afgeschaald, straalt de locatie nog altijd de agrarische identiteit uit. De modern ingerichte hooiberg doet dienst als kinderopvanglocatie, maar de kinderen en pedagogisch medewerkers zijn voornamelijk buiten. Schapen en koeien voeren, de kippen voeren met oude schillen van ‘oma Bernardien’, de vrouw van boer Frans. Alles in ruil voor een paar verse eitjes en wandelen in de groene omgeving.

Boer Frans en oma Bernardien

Boer Frans en oma Bernardien zijn op de achtergrond betrokken bij de kinderopvang. Annemiek: ‘De kinderen horen er ook voor hen helemaal bij. Mijn vader is hier altijd wel te vinden en is ook, samen met mijn moeder, achterwacht voor ons.’ Annemiek is nog niet uitgesproken, of boer Frans verschijnt ten tonele. Hij loopt om het terrein heen, met in beide handen een emmer voer, naar de weide met schapen. Die begroeten hem dankbaar, hopend op verse brokken en hooi.

In de hooiberg

In de hooiberg zitten de kinderen aan een lage tafel met lange banken en twee babystoeltjes, genietend van hun fruithapje. De ruimte is niet groot, maar ruim genoeg. Er is een keuken, met een verschoonruimte. In een hoek staan een bank en een speelkleed en er is een ‘doehoek’, waar gespeeld en geknutseld kan worden. Een deur leidt naar de slaapruimte onder de hooiberg.

Hup, naar buiten!

Buiten schijnt de zon en het is eigenlijk jammer om binnen te zitten. Dat doen de kinderen en pedagogisch medewerkers dan ook niet veel hier. Weer of geen weer, er is buiten van alles te beleven. Dus hup, in de beentjes! De kinderen staan te popelen om naar buiten te gaan. Martje kijkt glimlachend toe. ‘Als hier de deuren opengaan is het net als met de koeien die op de eerste lentedag naar buiten gaan: de kinderen springen uitgelaten naar buiten.’

Ontdekken

In de buitenruimte van ’t Hooibergje is van alles te ontdekken. Omgeven door een houten hek hebben kinderen alle vrijheid om deze ruimte te ontdekken. Het kippenhok en de schapenweide grenzen aan de buitenruimte. Pedagogisch medewerker Isa staat bij de schapen, samen met kinderen die geïntrigeerd – hun neusjes tegen het hek gedrukt – naar de bewegingen van de dieren kijken. Een groot schaap vindt de kinderen minstens zo interessant en loopt moedig naar het hek toe, binnen handbereik van de kinderen blijft ze staan. Er is ook een lammetje dat zich wil laten aaien, iets waar de kinderen gretig gebruik van maken. Ondertussen steekt de ooi haar oor door het hek en een jongetje begint zachtjes het oor van het schaap te aaien. Isa: ‘De lammetjes die je ziet lopen, zijn hier geboren. Vanachter het raam hebben we dit jaar meegekeken hoe de lammetjes werden geboren en daarna zijn we ze gaan aaien. De kinderen en de dieren groeien hier samen op.’

Verdwijnen in het maisveld

Hoewel de groene buitenruimte prachtig is, maakt vooral de ligging van ’t Hooibergje, middenin het glooiende weidse landschap, dit tot een unieke kinderopvanglocatie. Tijd om dat landschap te gaan verkennen; voor veel kinderen een dagelijks uitje. Iedereen verzamelt bij het hek. Alleen pm’er Sanne blijft achter bij ’t Hooibergje, waar de twee jongste kinderen liggen te slapen. Als de rest van de groep compleet is en alle kinderen geteld zijn, begint het avontuurlijke tochtje richting het bos. Na nog geen twintig meter staat de groep voor een veld met metershoge maisplanten. Er loopt een olifantenpaadje het veld in. De kinderen verdwijnen een voor een met pm’er Isa en Martje het maisveld in. Als ze het veld weer uitkomen, steken sommigen trots hun buit in de lucht: maiskolven die nog niet volledig gerijpt zijn. ‘Die geven we straks aan de kippen!’

Duizend keer dezelfde weg

Vlakbij het bos staat een groot hek. Ook dat trekt de aandacht van de kinderen; er moet natuurlijk geklommen worden. ‘Dit is vaste prik, ze willen altijd even op het hek klimmen’, vertelt Isa lachend terwijl ze de kleinsten een handje helpt. Oma Bernardien loopt ook mee. ‘Of je nu duizend keer over deze zelfde weg loopt, de kinderen vinden het altijd leuk’, vertelt ze. ‘Kijk een paddenstoel!’, klinkt het. Isa hurkt naast twee kinderen bij een bruinkleurige paddenstoel. Ze veegt wat dode bladeren weg, zodat alle kinderen het goed kunnen zien. Kijken, maar niet aanraken. ‘We blijven ervan af.’ Uit respect voor de natuur blijft de paddenstoel onaangeraakt, terwijl andere schatten uit de natuur gretig verzameld worden door de kinderen. ‘Sommige kinderen komen met hun zakken volgepropt met eikels en takjes thuis’, vertelt Isa. ‘Er zijn ouders die bewust kiezen voor jassen zónder zakken’, voegt ze er lachend aan toe.

Verse eitjes

Eenmaal terug bij ’t Hooibergje gaat het avontuur onverminderd door. Oma Bernardien heeft schillen verzameld voor de kipjes, die niet alleen de schillen, maar ook de maiskolven gretig verorberen. Het hok wordt geïnspecteerd op verse eitjes. Er klinkt wat teleurstelling wanneer er slechts één wordt gevonden. Bij de moestuinbakken wordt de groei van de aardbeien- en tomatenplanten nauwkeurig bestudeerd. ‘Welke kleur hebben de tomaten?’, vraagt Isa. ‘Groen!’, roepen de kinderen. ‘Dan plukken we ze nog niet hè? We plukken ze pas als ze…’ ‘Rood zijn’, vullen de kinderen aan.

Superlekkere plek

Het is tijd voor een rustmoment. De kinderen gaan aan tafel voor een boterham. De jongsten zijn weer wakker en pedagogisch medewerker Sanne dekt de tafel. Wanneer de kinderen allemaal een plekje hebben gevonden, vinden de boterhammen gretig aftrek. Annemiek en Martje slaan het tafereel tevreden gade. Zij hopen nog jarenlang door te gaan met hun missie: kinderen dezelfde mooie jeugdherinneringen geven als die zij hebben aan het agrarische bestaan.

Dit is een ingekorte versie van een artikel dat eerder verscheen in Kinderopvang magazine nummer 7 van 2023. Lees hier het hele artikel >>

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.