Voor de kinderdagopvang (0-4 jaar) en de buitenschoolse opvang (4-12 jaar) bestaan dergelijke instrumenten al, mede ontwikkeld door het NCKO. Hiermee is de pedagogische kwaliteit van beide opvangvormen in kaart gebracht. In 2012 werd de kwaliteit van de dagopvang voor de derde keer gemeten. In 2011 is de kwaliteit van bso’s voor het eerst gemeten.
Interactievaardigheden
Deze metingen leveren over het algemeen een goed beeld op van wat het niveau is waarop de kinderopvang functioneert. De dagopvang kwam in eerdere onderzoeken niet goed uit de bus. Vooral op het onderdeel interactievaardigheden scoort de dagopvang nog altijd niet goed. Op de andere onderdelen heeft de dagopvang wel grote stappen voorwaarts gezet. De bso’s werden in 2011 redelijk goed beoordeeld, al was er toen ook voor hen een lijst van aanbevelingen.
Inventarisatie
Vorig jaar maakte minister Asscher bekend ook graag onderzoek te willen doen naar de pedagogische kwaliteit van de gastouderopvang. Er is weinig zicht op het veld van de gastouderopvang. Ook niet op hoe de kwaliteit is. Het Kohnstamm Instituut begint met een inventarisatiestudie naar de diversiteit van gastouderopvang in Nederland. Verder onderzoekt het welke kenmerken van gastouders en gastouderbureaus relevant zijn voor de pedagogische kwaliteit.
Belangstelling gastouderopvang
In 2012 maakte 15,9 procent van de kinderen tussen de 0 en 12 jaar gebruik van gastouderopvang. Hoewel er ook in de gastouderopvang sprake is van vraaguitval, blijft het aandeel in de gehele kinderopvang groot. Het Kohnstamm Instituut meldt dat er sprake is van een toegenomen belangstelling voor gastouderopvang. Ouders zouden behoefte hebben aan flexibelere en goedkopere opvang en ontslagen pedagogisch medewerkers kiezen regelmatig voor een baan als gastouder.