Keij deed onderzoek naar de vroege verwerving van taalritme en het gebruik daarvan in spraaksegmentatie (het opdelen van spraak in woorden). Het onderzoek voerde zij uit in de Nederlandse en Turkse taal.
Voorkeur voor woordritme
De experimenten die Keij uitvoerde toonden dat Nederlands-lerende baby’s van 6 maanden oud een voorkeur hebben voor Nederland woordritme en dat ze met 8 maanden klemtoon gebruiken om woorden te vinden in de lopende spraak. Bij de Turks-lerende baby’s concludeerde Keij dat zij geen voorkeur hebben voor het Turkse woordritme, maar wel voor het Turkse zinsritme. Net als de Nederlands-lerende baby’s gebruiken zij vanaf 8 maanden dezelfde klemtoonpatronen om woorden te ontdekken. Dit staat dus los van taal.
Ritmische gevoeligheid
In het onderzoek lijkt het erop dat baby’s hun vroege ritmische gevoeligheid eerst gebruiken om zinsritme te ontdekken en pas daarna woordritme. Deze overgang kan te maken hebben met hoe ver baby’s zijn in hun woordenschatontwikkeling.
Babygerichte spraak
Keij komt met de aanbeveling naar ouders toe om al vroeg met hun baby te praten en daarbij vooral een ‘babytoontje’ niet te schuwen. Met babygerichte spraak worden klemtonen overdreven en dat helpt baby’s om woorden te ontdekken.
Bron: Universiteit Utrecht
Op de website van Universiteit Utrecht staat een filmpje dat werd gemaakt tijdens het onderzoek in het ‘Babylab’.