Het gaat onder andere om kwaliteitseisen op het gebied van personeel en groepen, veiligheid en gezondheid en de accommodatie en inrichting. Voor alle onderwerpen is uitgelegd waar de inspecteur precies op toetst. Bijvoorbeeld: ‘Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 vierkante meter buitenspeelruimte beschikbaar.’
Algemene veranderingen
De regels zijn in de meeste gevallen niet veranderd ten opzichte van 2014. Er zijn er wel een paar, zoals de items voor de Verklaring Omtrent Gedrag. De voorwaarde over de VOG voor houder en personen werkzaam bij de onderneming geeft nu duidelijk weer dat vanaf 1 maart 2015 alle VOG’s moeten zijn afgegeven na 1 maart 2013. Verder geldt voor alle modelrapporten dat er vaker wordt verwezen naar de verplichting om verantwoorde kinderopvang te bieden. Ook nieuw is dat de inventarisatie moet worden uitgevoerd in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes.
Veranderingen dagopvang, bso en gastouderbureaus
Dan zijn er nog enkele wijzigingen in specifieke modelrapporten. Voor de dagopvang en de buitenschoolse opvang geldt dat bij het bepalen van de inzet van beroepskrachten in opleiding (BBL’ers) rekening moeten worden gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich bevinden. Voor gastouderbureaus is nieuw dat de administratie van het gastouderbureau moet bestaan uit een jaaroverzicht per voorziening voor gastouderopvang. Ook nieuw is dat er nu expliciet is opgenomen dat de risico-inventarisaties door de gastouders samen met de bemiddelingsmedewerker moet worden uitgevoerd.
Bekijk hier het Modelrapport Dagopvang >>
Bekijk hier het Modelrapport Buitenschoolse opvang >>
Bekijk hier het Modelrapport Peuterspeelzalen >>
Bekijk hier het Modelrapport Gastouderbureau >>
Bekijk hier het Modelrapport voor gastouders >>

Veldinstrument pedagogische praktijk
Onlangs publiceerde de GGD ook het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk. Dit vrij nieuwe instrument is in 2012 in gebruik genomen en geeft de toezichthouder advies hoe de pedagogische kwaliteit op de groep getoetst kan worden. Dit past binnen de veranderingen in Het Nieuwe Toezicht waarin meer aandacht is voor de pedagogische kwaliteit in plaats van alleen de structurele randvoorwaarden. Het openbaar maken van het instrument moet bovendien een inhoudelijk pedagogisch gesprek tussen toezichthouders en eigenaren/managers in de kinderopvang stimuleren. Lees meer >>