De GGD is in 2015 een procentpunt meer locaties gaan inspecteren: 97 procent tegenover 96 procent in 2014. Dit is te lezen in het landelijk rapport toezicht en handhaving kinderopvang van de Inspectie van het Onderwijs. De inspectie gaat uitvoerig in op inspectie en handhaving van professionele kinderopvang. In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken deed het daarnaast extra onderzoek naar de vraag waarom er in 28 procent van de gevallen door de gemeente niet handhavend opgetreden werd, terwijl de inspectie dit wel adviseerde.
Handhaven
De Inspectie van het Onderwijs is positief over de daling van het aantal jaarlijkse onderzoeken waar overtredingen worden vastgesteld. Dat houdt automatisch ook een daling in van het aantal handhavingsadviezen. Het aantal overtredingen per jaarlijks onderzoek neemt af. Zowel GGD als de Inspectie concluderen dat het handhaven van gemeenten zijn vruchten afwerpt. Binnen een groep van ongeveer honderd gemeenten voldeed een derde van de kinderopvangvoorzieningen en gastouderbureaus aan alle wettelijke eisen.
Recidivisten
Maar er is zeker niet alleen maar goed nieuws te melden. Want één op de vijf voorzieningen voldoet al 2 of 3 jaar niet aan de kwaliteitsvoorwaarden. En een deel van deze recidivisten laat ook geen verbeteringen zien. Het gaat hierbij ook om de kwaliteitsvoorwaarden met de hoogste prioriteit, bijvoorbeeld overtredingen die te maken hebben met de risico-inventarisaties, het ontbreken van VOG’s en overtredingen op de beroepskracht-kindratio. Hoe het kan dat deze groep het maar niet voor elkaar krijgt om aan de eisen te voldoen, moet nader onderzoek worden gedaan, vindt de Inspectie van het Onderwijs. Ook omdat de streekproef onder honderd gemeenten niet representatief is.
Het toezicht in de kinderopvang is een belangrijk onderwerp nadat enkele misstanden, met als dieptepunt de misstanden bij 24/7 Kids in Amsterdam, het nieuws haalden. Ook Kamerleden wilden weten hoe zulke misstanden ondanks toezicht hebben kunnen gebeuren. Lees welke vragen zij aan minister Asscher stelden
Kleine organisaties
Ook is het de Onderwijsinspectie opgevallen dat er bij kleine kinderopvangorganisaties vaker handhavend opgetreden moet worden dan bij grote organisaties. GGD’en zien de kleinste houders ook vaker als risico dan de grootste houders. Zij merken dat grotere houders vaak veel meer de mogelijkheid hebben om te leren van geconstateerde overtredingen op een van hun locaties. Voor de kleine houders blijkt het lastiger om goed om te gaan met alle ontwikkelingen.
Aangekondigde inspectie
Het toezicht op gastouderopvang is een verhaal apart. GGD’en hebben minder zicht op de kwaliteit omdat zij jaarlijks maar een klein deel van de gastouders bezoeken. Deze bezoeken zijn, in tegenstelling tot die aan kindercentra, bijna altijd aangekondigd. Er worden dan minder tekortkomingen geconstateerd, maar GGD-inspecteurs hebben aangegeven het ook lastig te vinden om de kwaliteitseisen in een thuissituatie te beoordelen.
Controle gastouderbureaus
Gastoudersbureaus worden wel jaarlijks onderzocht, maar de Inspectie van het Onderwijs vraagt zich af of er voldoende zicht is op de controle die de bureaus uitvoeren bij hun gastouders. Zij raden daarom een verkennend onderzoek aan naar de invulling van de controle door gastouderbureaus.
In 2014 besloten gemeenten in 28 procent van de gevallen niet te gaan handhaven terwijl daar door een GGD-toezichthouder wel op was aangedrongen. ‘Waarom is dat percentage zo hoog?’, wilde het ministerie weten en vroeg de Inspectie van het Onderwijs om aanvullend onderzoek. Bekijk hier de resultaten