De gevolgen van de coronaperiode blijven nog steeds zichtbaar, net als in de eerste kwartaalrapportage. De afname van het aantal kinderen dat naar de bso gaat kan te maken hebben met het feit dat de bso in deze periode nog deels gesloten was. De cijfers kunnen daarom een vertekend beeld geven.
Totaal aantal kinderen
In het tweede kwartaal van 2021 gingen er 355.000 kinderen naar de dagopvang, 396.000 kinderen naar de buitenschoolse opvang en 99.000 kinderen naar de gastouderopvang. Vergeleken met hetzelfde kwartaal in 2020 gingen er 11.000 kinderen minder naar de kinderopvang. Wel is het gemiddelde aantal uren opvang per kind per maand gestegen. Kinderen gingen gemiddeld 62,6 uur naar de opvang. Een jaar eerder was dat nog gemiddeld 60,5 uur per kind per maand.
Werkende moeders
Moeders werken gemiddeld steeds meer uren per week. Moeders met jonge kinderen werkten in het tweede kwartaal 0,6 uur per week meer en komen daarmee uit op 27,4 uur per week. Dit is hoger dan het gemiddelde van de afgelopen jaren.
Aantal locaties
Het aantal bso- en dagopvanglocaties nam toe, met respectievelijk 20 en 12 locaties. Voor de bso zijn dat in totaal 7.615 locaties en de dagopvang telt 9.059 locaties. Het aantal gastouderopvanglocaties nam opnieuw af: er zijn 384 locaties minder dan in het eerste kwartaal van 2021. Het totaal aantal gastouderlocaties komt daarmee op 21.952.