In de tweede kwartaalrapportage kinderopvang zijn de gevolgen van de coronacrisis voor het eerst zichtbaar. En dat is meteen te zien aan het aantal kinderen dat gebruik maakte van kinderopvangtoeslag: gemiddeld waren dat er 844.000 in het tweede kwartaal van 2020, 3.000 minder dan in het eerste kwartaal.
Stijging bso
Enkel de buitenschoolse opvang kende in het tweede kwartaal een lichte stijging van 1.000 kinderen, naar 410.000 in totaal. De dagopvang zag een daling van gemiddeld 353.000 kinderen naar 349.000 kinderen. Ook de gastouderopvang zag het aantal kinderen gemiddeld met 1.000 afnemen.
Uren
We werden er bij alle opvangvormen gemiddeld meer uren per kind per maand afgenomen. In totaal gemiddeld 60,1 uur per kind per maand. In het eerste kwartaal van 2020 was dat gemiddeld 60 uur.
Uurprijs
De uurprijzen van alle opvangsoorten zijn, net als in eerdere jaren, gestegen in het tweede kwartaal. Bij de dagopvang ligt het gemiddelde tarief van € 8,24 nu € 0,07 boven de maximum uurprijs. Dit is een verschil van 0,9%. Bij de buitenschoolseopvang is het verschil 6,6%. Dit is net iets kleiner dan de 6,7% die het gemiddelde tarief in 2019 boven de maximum uurprijs lag. Bij zowel de gastouderopvang voor 0 tot 4-jarigen en 4 tot 12-jarigen liggen de gemiddelde tarieven nog onder de maximum uurprijs, respectievelijk 0,7% en 0,5%.
Arbeidsparticipatie nam af
De arbeidsparticipatie van vrouwen en moeders met jonge kinderen (0-11) nam af. Dat geldt vooral voor vrouwen tussen de 35 en 45 jaar. Niet alleen vrouwen zijn minder gaan werken, ook mannen en vaders met jonge kinderen (0-11).
Bekijk de cijfers van de tweede kwartaalrapportage kinderopvang >>